Arnon Grunberg
de Volkskrant,
2012-05-26
2012-05-26, de Volkskrant


Irak is nog niet klaar voor de opera


Arjan Peters

In sommige landen betekent het niet zo veel als je verklaart dat je neutraal bent. Ook al ben je Zwitser. Daar komt de Zwitserse architect Samarendra Ambani snel achter (Indiase vader, Zwitserse moeder, roepnaam Sam), als hij voor een lucratieve opdracht naar Bagdad is afgereisd. Sam is de hoofdpersoon in De man zonder ziekte, de nieuwe roman van Arnon Grunberg.

In Irak is vervreemding onvermijdelijk. Dat heeft de auteur aan den lijve ondervonden toen hij twee jaar geleden van Istanbul naar Bagdad reisde; Grunbergs belevenissen leverden nog in hetzelfde jaar een mooie graphic novel van Hanco Kolk op, maar toen die verscheen was alles weer achter de rug. Daarginds moet het Grunberg hebben geduizeld: in het hotel in Bagdad bood een geheimzinnige man hem beveiliging aan. 'Je kunt me niet citeren (...) Je laat mensen niet weten waar, wanneer en hoe laat je ergens zult zijn (...) Oké, Bagdad voor dummies: weet je wat je moet doen bij een mortieraanval?' (antwoord: niet de badkamer in vluchten, maar achter een muur gaan staan). Grunberg ontmoette mensen die zich voor een ander uitgaven, kreeg raadselachtige telefoontjes, iedereen wilde geld zien, en buiten kwam geregeld een bom tot ontploffing.

De vervreemding ligt om de hoek. De onttakeling ook. Sam is een keurige Zwitser die het heeft gemaakt, zijn vriendin Nina is ook perfect (op een miniem snorretje na), en al heeft zijn zus een spierziekte en is zijn vader in een ravijn gevallen: Sam is een evenwichtig mens. Misschien een beetje té, en misschien komt het door zijn verregaande argeloosheid dat het bij Grunberg onvermijdelijke drama ons dit keer niet vol in het hart raakt.

Een onbekende rijke Irakees heeft Sam gevraagd een operagebouw voor Bagdad te ontwerpen, die mensen willen ook wel eens schoonheid horen, een stukje Puccini bijvoorbeeld. Sam gaat erheen. Onderweg krijgt hij beveiliging mee, die van hem een ander maakt: hij moet andermans gedragen kleren aan, in zijn hotelkamer durft hij niet te douchen (hagedissen), de tv biedt geen ontspanning maar aanslagen, zijn telefoon heeft geen bereik, zijn paspoort is weg en zijn neus wordt gebroken.

Hij wordt ondervraagd en mishandeld door gemaskerde Arabieren, die hem ervan verdenken een spion of terrorist te zijn. Hoe kan hij bewijzen wie hij is? En als hij zijn scheve neus in de spiegel ziet: wie ís hij eigenlijk?

Daar raakt het strakke, om niet tezeggen nogal schematisch vertelde verhaal aan de roman Iemand, niemand en honderdduizend (1926) van Luigi Pirandello, een paar jaar geleden in de Volkskrant door Grunberg besproken, over de man die door een terloopse opmerking (van zijn vrouw) over zijn neus aan zijn identiteit begint te twijfelen, en zijn hele leven omgooit.

Sam wordt bevrijd door ingrijpen van het Rode Kruis, maar bij thuiskomst is hij niet meer dezelfde als voorheen - behalve dat hij even naïef blijft denken. Vandaar misschien dat hij in deel 2 van de roman opnieuw zwicht, dit keer voor de opdracht om in Dubai een bibliotheek met een geheime bunker daaronder te bouwen. Weer erheen, weer een te enge douche (miniatuurkakkerlakken), weer zomaar opgepakt, en voor hij het weet zit Sam kaalgeschoren in een bunker, en wil niemand geloven dat hij níet voor een dubieuze wapenhandelaar werkt.

Is de man die zich John Brady noemt en die Sam tussen die twee zogenaamde snoepreisjes door in Zürich vroeg of hij tegen betaling informatie wilde verzamelen, een spion? Grunberg laat niet veel los, terwijl hij Brady laat zwammen, wat juist verdacht kan zijn: 'De notentaart is heerlijk. Het is een gok in een Italiaans restaurant, tiramisu is de veiligere keus, notentaart kan vreselijk droog zijn maar het was een goede gok.' Intussen vraagt Sam zich af waarom Brady niets zegt over zijn gebroken neus. Of is er niets aan Sam te zien?

Later valt Sam in dat een architect zijn visie niet aan een gebruiker kan opdringen. Die heeft zijn eigen interpretatie. Onze waarden zijn niet universeel. Irak is nog niet toe aan de opera. En die bunker in Dubai is vast niet voor boeken bedoeld. De chaos regeert, en wel met zo'n ijzeren hand dat niemand er immuun voor kan blijven.