Arnon Grunberg
de Volkskrant,
2015-06-20
2015-06-20, de Volkskrant

Geestige verhalen over twee vrienden die leven van chantage en bedrog


Pieter Swanborn

In 1992 verscheen bij Arnon Grunbergs uitgeverij Kasimir een vertaling van 'Ik zal jullie over Esther vertellen', een kort verhaal van de Poolse schrijver Marek Hlasko (1934-1969). Met twee andere, langere verhalen is deze vertaling nu opnieuw verschenen als De Israëlische trilogie.

Hlasko gold als het enfant terrible van de Poolse literatuur. Zijn boeken verkochten goed, maar toen hij in 1958 naar Frankrijk vertrok, werd hij in het stalinistische Polen tot staatsvijand verklaard. Hij kon niet terug en reisde naar Israël.

HUWELIJKSZWENDEL

Daar speelt De Israëlische trilogie zich af, het verhaal van twee vrienden die via huwelijkszwendel hun kostje bij elkaar scharrelen. Robert is groot, lelijk en zwaar. Jacob is de huwelijkskandidaat met het uiterlijk van een filmster. Wat Robert en Jakob verbindt, is hun liefde voor theater. De verhalen die ze verzinnen om Jacob aan weer een volgende 'verloofde' te helpen, zijn even sterk als geestig. Des te meer, omdat ze er vaak zelf in lijken te geloven, zodat de lezer zich meer dan eens achter de oren krabt, want wat is nu waar en wat niet?

Al in het eerste verhaal blijkt dat de verleidingstechnieken van de heren vooral bestaan uit beledigen en ruzie zoeken. De vrouw moet overtuigd raken van het hartstochtelijke karakter van Jacob, die tegelijk geen geheim maakt van zijn moeilijke jeugd en een daaruit voortkomend minderwaardigheidcomplex. Met als resultaat dat de vrouw in Jacob een gevallen engel ziet die alleen zij kan redden.

SLAPSTICK

Ook in de twee andere verhalen wordt eindeloos gechanteerd en bedrogen. Bijna wordt het slapstick, maar het blijft geloofwaardig doordat de mannen nergens een spoor van triomf vertonen. Hun pogingen om over anderen macht te verkrijgen zijn enkel bedoeld om de eigen onmacht te maskeren. Het tragische is dat ze dit zelf ook weten.

Dat Arnon Grunberg de voornaam van zijn pseudoniem Marek van der Jagt van zijn Poolse collega leende, hoeft niet te verbazen. Een zin als: 'Hij had voldoende geld om te geloven dat de mensen hem mochten; maar hij was niet rijk genoeg om hun haat te wekken', had zo uit zijn pen kunnen rollen.