Arnon Grunberg
de Volkskrant,
2007-10-12
2007-10-12, de Volkskrant

Een toost op het lachen


Paul Depondt

'Een toost op de zaterdagen in La Palette', klinkt het motto van La plus belle paire de seins du monde, 'het mooiste stel tieten ter wereld'. In het Parijse Café La Palette, de artistieke biotoop van Topor, herinneren ze zich hem als 'de man van de eeuwige schaterlach'. Wie hem daar ooit in een of andere dolkomische of licht paniekerige situatie heeft meegemaakt, een glas wijn tegen de lippen, de onafscheidelijke sigaar tussen de vingers, vergeet die gierende en aanstekelijke lach nooit meer. Het was zijn handelsmerk.

De tien jaar geleden aan een hersenbloeding overleden tekenaar, toneelschrijver en lacher bij uitstek, Topor, was in literaire kringen in Nederland en bij de Nederlandse Parijse kolonie heel populair. Maar na zijn dood verdwenen zijn boeken uit de schappen.

Toen Arnon Grunberg drie jaar geleden de AKO-prijs won voor zijn roman De asielzoeker, besloot hij een deel van het geld aan een heruitgave van Topors inmiddels beduimelde en verkommerde proza te spenderen. Al eerder had Grunberg in Zomergasten fragmenten uit een tv-documentaire over hem laten zien. Hij houdt blijkbaar van dat ranzige proza en die satirische tekeningen, van het 'aanstoot geven en aanstoot nemen' - zoals de titel luidt van zijn voorwoord van Topor - Romans, verhalen, tekeningen en foto's, een door Grunberg gemaakte keuze uit het verzamelde werk, waarvoor Edu Borger het spotzieke Mémoires d'un vieux con , 'memoires van een oude zak', vertaalde.

Blijkbaar is Grunberg niet de enige die Topors oeuvre, zowel zijn tekeningen als verhalen en toneelstukken, van onder het stof wil halen. Ook bij uitgeverij De Bezige Bij is een volledige heruitgave in voorbereiding.

In Brussel zag ik ooit een expositie van zijn tekeningen in een kapsalon, het is dé plek voor Topors werk, zo'n surrealistische omgeving - het surrealisme waar hij in feite een hekel aan had. Zijn tekeningen zijn eigenlijk verhalen, zoals zijn proza of zijn toneelteksten tot leven gebrachte tekeningen zijn. De verhalen uit Het mooiste stel tieten ter wereld zijn geschreven beeldende taferelen. Je 'ziet' het verhaal, de absurde kant van het voorval. Een tekening van Topor is een drama, een soort huivering. Maar tegelijk moet je vaak vreselijk lachen om die zogenaamde verontrustende karikaturen. Ook die zijn onderhevig aan de schommelingen en zielstemperaturen van de tijd, waardoor sommige van die prenten en ook het vroeger zo opgehemelde proza - het door Roman Polanski verfilmde Le locataire chimérique, vertaald als De huurder - nu geen bulderende lachsalvo's meer opwekt, zoals in Café La Palette, maar een getemperde glimlach.

Toch mooi dat ie weer in de schappen van de boekhandel staat. Topor wilde ooit nog eens een museum van de lach maken, een verzameling van het schaterlachen, waar bij het betreden van de tentoonstellingszalen van onder een tapijt stap na stap een andere lach tot klinken wordt gebracht. Dat gevoel krijg je gelukkig nog als je de Memoires van een oude zak leest, een tocht door het 'dorp' Parijs - vergelijkbaar met een wandeling door de Amsterdamse grachtengordel - waar het hoofdpersonage alle belangrijke schrijvers, denkers en kunstenaars ontmoet. Het werkt op de lachspieren, vooral als je de échte biografieën én het werk van de schrijvers en kunstenaars kent. Het is op en top de rebelse paljas Roland Topor.