Arnon Grunberg
de Volkskrant,
2009-02-13
2009-02-13, de Volkskrant

De manke gids heet Jimmy Salami


Arjan Peters

Als romancier heeft hij een ongewoon hoge productie, maar dat Arnon Grunberg daarnaast over actieradius van een razende reporter beschikt, maakt hem tot een fenomeen. De korte stukken die hij in de afgelopen drie jaar naar NRC Handelsblad stuurde vanuit Afghanistan, Peru, Libanon, Ghana, Guantánamo Bay, Duitsland en Zwitserland, zijn gebundeld tot Kamermeisjes en soldaten.

En het is nog maar een paar maanden geleden dat we zijn grote roman Onze oom kregen toegeworpen. Dat was geen onverdeeld genoegen, hij had het kunstje vaker en beter gedaan, de spankracht was ver te zoeken en de humor sleets. Zou het kunnen dat al die reizen de concentratie op het schrijven aan de roman bemoeilijkten?

In de reisstukken uit de krant zien we bepaalde elementen die in verdraaide vorm ook in de roman terecht zijn gekomen (een terroriste in een gevangenis in het Andes-gebergte; de leider van de Peruaanse guerrillabeweging Lichtend Pad die zei: 'Ik zal jullie de revolutie geven, want ik ben de revolutie'; of de duivelachtige figuur in de Boliviaanse mijnen die El Tío, de oom, wordt genoemd), maar nu komen ze lukraak aan de orde, en hoefden ze niet uit alle macht in de mal van een verhaal te worden geperst.

Hier werkt dat wel. De ene keer noemt Grunberg zich 'embedded journalist', die in een korte broek bedrukt met het woord 'army' tussen onze jongens in den vreemde dribbelt, de andere keer is hij de kamerjongen die in een Beiers hotel leert dat je lakens die niet vies genoeg zijn gewoon laat liggen voor de volgende gast, of hij trekt het pak aan van een cateraar in een Zwitserse restauratiewagon - en dan is hij het ook: 'Het uniform biedt instant-identiteit. Daarom houd ik er zo van.'

In diverse uitdossingen begeeft de schrijver zich onder de mensen, om te kijken waarom ze altijd weer risico's zoeken. Grunberg is op basis van zijn romans wel nihilisme aangewreven, maar hoewel je hem niet tot de flierefluiters mag rekenen, toont hij zich in deze artikelen van zijn nieuwsgierige kant. En hij heeft een sterk ontwikkelde opmerkingsgave. Het kan er op lijken dat de werkelijkheid hem telkens een absurditeit aanreikt, alsof er iets vreemds gebeurt omdat Arnon Grunberg in de buurt is, maar de constante alleen al wijst op iets anders: een methode.

Geen manipulatie maar stilering. Hij registreert zorgvuldig, en plaatst vervolgens het ernstige daaruit naast het hilarische. De gebruikelijke hiërarchie valt dan weg.

Onderweg in het vliegtuig naar Kabul ziet hij een Nederlands sergeant die trots zijn kaasschaaf omhoog houdt, want op eerdere missies had hij die node gemist.

De voorzitter van de politieke partij voor pedofielen blikt met weemoed terug op de voorgoed verdwenen tijd dat hij ongestoord met kinderen in contact mocht komen. Met een ernstig gezicht: 'Vroeger ging ik nog wel eens naar het zwembad. Een bal overgooien.'

De bazin van het hotel reinigt haar bril pas echt grondig, ontdekte ze, door die in de spoelmachine te leggen.

De gids die Arnon rondleidt in Beiroet loopt mank en luistert naar de naam Jimmy Salami.

Als hij voor de tweede keer naar Afghanistan gaat, hoort hij van een sergeant: 'Er is veel veranderd. We doen meer. Daarom gaat er ook meer mis.'

Voor deze militair betekent de missie een nieuw bankstel; dat kan hij zich bij behouden thuiskomst aanschaffen.

Grunberg schrijft: 'De Nederlandse militairen die zijn gesneuveld in Afghanistan, zijn misschien gesneuveld voor een nieuwe eettafel of een tv. Dat is niet tragischer dan sterven voor een betere wereld. Volgens de filosoof John Gray is een betere wereld toch een utopie. Dat kan van een nieuw bankstel niet worden beweerd.'

De juxtapositie oorlog-bankstel oogt wellicht cynisch of eigenaardig - maar dit is de werkelijkheid, die even ernstig als hilarisch in elkaar steekt. Zo krankzinnig zou een romancier het achter de schrijftafel thuis niet kunnen bedenken. Maar de romancier die under cover onder de mensen komt om hun gedragingen vast te leggen en door te geven, hoeft er niet eens een verhaal van te maken.

Zo zorgt zijn tomeloze productie ervoor, dat de reporter Grunberg zich meteen op de recente tegenvaller van de romancier revancheert.