Arnon Grunberg
De Morgen,
2017-06-07
2017-06-07, De Morgen

'De Mensheid': een luchtig loflied op de mens


Jan De Smet

De mens klampt zich vast aan strohalmen. Nuchter en quasi manipulatief steken Grunberg/De Pauw hem een hart onder de riem. De mensheid is inventief, levendig en intelligent theater.

Ontelbaar zijn de kunstenaars die de mens in hun werk hebben geëtaleerd als een gevallen engel die is geboetseerd uit sterrenstof en weeffouten. Leopardi, de Balzac, Brecht, Kubrick, … Ze excelleerden als getuigen à charge om de parel der schepping tot op de veters af te branden.

Dat de mens is geschapen op het einde van de week, toen God moe was, daar gaat Arnon Grunberg in zijn tekst De mensheid zij geprezen: lof der zotheid 2001 stevig tegenin. Bij monde van acteur Josse De Pauw neemt hij het op voor zijn soort, want geen beest is zo belasterd als de mens.

De hoogste tijd dus om eens iets moois over de mensheid te vertellen, dat prachtige ras van grote denkers, uitvinders van het geld, de magnetron, de koekoeksklok, de wollen trui en dies meer. In een meesterlijk pleidooi dat balanceert tussen ernst en ironie houdt advocaat De Pauw zijn apologie. Hij schuwt geen grootspraak, bedient zich als het uitkomt al eens van een sofisme, toont zich vals nederig, wordt agent provocateur of verlustigt zich in het theatrale.

Alle truken van de foor zijn goed om de volksjury voor zijn standpunt te winnen: de mens treft geen schuld, want hij is misleid. Een goddelijke poppenspeler heeft hem ervan doordrongen dat hij over een vrije wil beschikt. Schuldbesef zit hem bijgevolg op de hielen. Hoop en liefde zijn valse uitwegen, niet meer dan overschatte pijnstillers, fopspenen, venijnige misbaksels.

Muziek en woord

De Pauw is een ambachtsman old school die zijn metier feilloos beheerst. Met zijn warme, dragende stem en mooie dictie geeft hij zonder enige hapering schwung aan Grunbergs intelligente tekst. Hij boetseert de knappe tekstbewerking van de hand van Mark Schaevers tot een intens luisterstuk.

Claron McFadden (zang) en Kris Defoort (piano) dialogeren met de acteur. De openingszang (‘Sweeter than Roses’ van Purcell) klimt hoog als een veldleeuwerik en verbreekt de beklemming die over de zaal hangt. Soms overstemt de sopraan op de achtergrond, overheerst en leidt de aandacht van de tekst af.

De verrassende epiloog zet alles op de helling. De rollen worden omgekeerd. De grimmig zwijgzame schrijver wordt plots acteur en ontpopt zich als een brutaal gebekt lefgozertje. De acteur heeft vervolgens tekst noch wederwoord meer. Het decor met het knap geschilderde canvas, de mysterieuze roeimachine als attribuut en de muzikale improvisaties vloeien samen tot een harmonieus geheel. De betekenis van de beeldmetaforen ontluikt: welke rol je ook opneemt, je moet blijven roeien met de riemen die je hebt, tegen de leeglopende zandloper van de tijd in.