Arnon Grunberg
Het Parool,
1998-03-13
1998-03-13, Het Parool

De koudste billen van de wereld


Alle Lansu

'De inhoud is altijd een cliche. Geen verhaal komt tot leven vanwege de inhoud, alleen vanwege de manier waarop het is verteld.' Niet het onderwerp, maar de toon, de woordkeus, de volgorde van de woorden en de timing zijn bepalend. Dat schrijft Arnon Grunberg in De troost van de slapstick, de bundel waarin hij zijn eerder in NRC Handelsblad verschenen essays en een selectie van zijn Yasha-stukjes uit de VPRO-gids samenbracht. Aan de hand van films en filmkomieken, schrijvers, boeken en recensenten onthult hij hier nog wel meer over zijn eigen literaire programma.

In de novelle De heilige Antonio, die deze week in een recordoplage van 701.000 exemplaren als Boekenweekgeschenk verscheen, demonstreert Grunberg (1971) de praktijk van zijn opvattingen. Voor mensen die zijn eerdere romans niet kennen, is het een voortreffelijke kennismaking. Alles wat Grunberg tot Grunberg maakt is hier te vinden.

De inhoud is ook nu weer een cliche. Net als Blauwe maandagen en Figuranten is De heilige Antonio ('de heilige van het onmogelijke') een verhaal over dromen en desillusies, het oerverhaal over de mens die het geluk zoekt, zijn tragikomisch gespartel en zijn eenzaamheid. Een speels, bedriegelijk lichtvoetig commentaar op het absurde, dat hij in een van z'n essays (naar Camus) definieert als 'het gat dat gaapt tussen dat wat de mens wil en dat wat de wereld hem te bieden heeft.' Maar als je wilt laten zien wat het absurde is, voegt Grunberg daar aan toe, dan kun je niet zonder humor, zonder slapstick, anders is het nauwelijks te verteren.

De broers Paul en Tito Andino, allebei net de achttien gepasseerd, zijn de vertellers. Na de gewelddadige dood van hun vader zijn ze samen met hun moeder Raffaella de grens naar Amerika overgesmokkeld. In New York werkt de mooie Raffaella als serveerster en over (tijdelijke) aanbidders heeft ze niet te klagen. Een van die aanbidders is Ewald Stanislas Krieg, die zich aan het slot van Figuranten in Amerika vestigde als geldwolf en makelaar in krotten. De jongens moeten niets hebben van 'het mannetje' dat in eigen land heel beroemd is door een boek. 'Deze is een dieptepunt,' zeggen ze tegen elkaar.'

De jongens zijn op hun beurt de aanbidders van het hoertje Kristin, 'de Kroatische' die quasi-laconiek door het leven stapt, maar bij gelegenheid vertelt dat ze 'de koudste billen van de wereld' heeft ('Soms als ik 's avonds in bed lig, dan voel ik aan mijn billen, dan voel ik hoe koud ze zijn.'). Zij is de uitverkorene die hen moet binnenleiden in het seksuele 'paradijs' waar ze over hebben horen fluisteren. Het moment supreme, in een kaal achterafkamertje vol kakkerlakken, wordt, ondanks de feestelijk gekleurde condooms, een droogkomisch beschreven deceptie. Zelf droomt de Kroatische over een volgend leven: 'Soms denk ik wel: Begon het volgende leven maar alvast. Ik kan er bijna niet op wachten.'

Raffaella laat zich ondertussen meeslepen door Ewalds variant op de Amerikaanse Droom - een Mama Burrito-keten, eerst van kust tot kust, dan wereldwijd. In komische scenes verbeeldt Grunberg zijn voorschot op het succes (het hele appartement is volgestouwd met etenswaren en verpakkingsmateriaal) en de teleurstellende respons: 'De telefoon gaat zo rinkelen,' riep Krieg af en toe, 'ik voel het, de telefoon gaat zo rinkelen.'

Na de mislukking van het project noemt Raffaella, in een prachtige, vlijmscherpe tirade, Ewald 'een emotionele terrorist': 'De dag dat jij echt iets zou voelen zou je van pure radeloosheid het raam uitspringen.' En daar zou ze wel eens gelijk in kunnen hebben. De succesvolle schrijver noemt zijn creditcards 'machinegeweren. En daarmee schiet ik de eenzaamheid aan flarden. Rakketakketakketak. Ik kan het iedereen aanbevelen.'

Alle personages hebben iets wezenloos: ze hebben wel vage doelen, maar ze weten niet waar ze het zoeken moeten. Ze zijn zo bezig met het manipuleren van andermans verlangens, dat van hun eigen dromen niks terecht komt. Raffaella's tactiek met de aanbidders luidt: hongerig houden. 'Het is een belofte die altijd een belofte blijft. (-) Hongerig houden is als een spel dat geen ontknoping kent, alleen maar een vervolg.' Krieg herkent dat wel: 'Is dat niet wat iedere schrijver doet?' En de Kroatische geeft de dorstigen te drinken zonder hun dorst te lessen.

De novelle is een pandemonium van absurdistische scenetjes, die alleen maar onderstrepen dat het leven ons een maatje te groot is. Onder alle gebeurtenissen, hoe kolderiek ook, voel je de afgrond gapen. Grunberg laat mensen de gekste dingen doen en bedenken om maar niet te hoeven beseffen dat ze met het bestaan geen raad weten. Achter de humor schuilt het tragische, troosteloze, de stille wanhoop - heel onnadrukkelijk en daardoor des te voelbaarder. Als Grunberg al troost biedt, dan zit die in zijn volstrekt eigen, uit duizenden te herkennen stijl: een kwestie van toon, van een stem die klinkt, van woordkeus, van de stapeling van de korte zinnen vol herhaling, van timing en ritmegevoel. De (troost van de) humor zit bij Grunberg minstens zo zeer in de stijl als in de (grappige) anekdotes.