Arnon Grunberg
Cineville,
2013-04-23
2013-04-23, Cineville

Buster Keaton lacht nooit


Jesse Heijnis

Soms moet een filmliefhebber even een boek lezen. Een boek over film. In Het Leeshoekje lezen we alle filmboeken die op ons bureau belanden. In de derde aflevering: Buster Keaton lacht nooit, een bundel filmessays van Arnon Grunberg.

Auteur en publicist Arnon Grunberg schrijft niet alleen belachelijk veel – naast zijn boeken verschijnen er maandelijks meerdere columns, artikelen en Voetnoten –, hij schrijft ook over alles: van oorlogen tot vakanties en van zelfhulp tot literatuur. En film, natúúrlijk schrijft hij ook over film. Met Buster Keaton lacht nooit verschijnt na De troost van de slapstick (1998) een tweede bundel met Grunbergs filmessays.

Anders dan het eerder besproken Volgens Verhoeven, eveneens een omnibus van filmbesprekingen, gaat Buster Keaton niet de breedte, maar de diepte in. Grunberg brengt geen technische feiten of trivia over ruzie op de set, maar gaat na in welk veld films als The Apartment, Le conseguenze dell'amore en Brokeback Mountain kwamen opbloeien en legt verrassende dwarsverbanden met de literatuur, filosofie en geschiedenis. Dat klinkt stoffiger dan het is. Grunberg schrijft zoals altijd vlot en vol ironie.
Na de analyse komt Grunberg ook nog op de proppen met een film die wat hem betreft veel beter is.

Het mooiste voorbeeld is de bespreking van Der Untergang, het veel geroemde oorlogsdrama over de laatste dagen in de bunker van Adolf Hitler. Het essay, ambitieus getiteld: Waarom wij joden haten- Wie komt er het dichtst bij Hitler?, leidt via uitspraken van onder anderen David Bowie, Wim Wenders en Thomas Mann overtuigend naar de conclusie dat Der Untergang a) geen film is over de menselijke kant van Hitler, b) wel iets wegheeft van een ordinaire griezelfilm maar c) toch vooral een conventionele en inwisselbare oorlogsfilm is.

Na de analyse komt Grunberg ook nog op de proppen met een film die wat hem betreft veel beter is: The Believer, een Amerikaanse indie uit 2001 over een joodse jongen die uitgroeit tot kopstuk van de KKK. Een vergeten film, met een vergeten hoofdrol van... Ryan Gosling. Een toen nog semi-bekende acteur; net klaar met tv-serie Young Hercules en nog ver weg van de Drive-hype. Grunberg schrijft (in 2004): 'Gosling slaagt waar Ganz (Hitler in Der Untergang, red.) faalt, al is dat zeker niet alleen aan Ganz te wijten. Gosling laat zien hoe sexy het is om een nazi te zijn'. …en meteen wil je die film liever nu dan straks in de dvd-speler kunnen stoppen.

Leuk ook dat Grunberg zijn eigen interpretaties soms in twijfel trekt. De bundel begint met een terugblik op het stuk dat hij in 1996 schreef over Kids: 'Nu ik bijna 15 jaar later Kids opnieuw heb gezien moet ik mijn kritiek nuanceren'. Over Closer schrijft hij: 'Ik dacht de waarheid te hebben gezien, in eigen persoon. (…) Ik ging een tweede keer kijken, en toen nog een derde keer, want ik kwam er niet uit'. Want voor wie echt wil weten waar een film over gaat, is één kijkbeurt eigenlijk niet genoeg. Grunberg bespaart je (gedeeltelijk) de moeite. Na het lezen van één van zijn analyses zie je meteen al 10 keer meer.

Het enige dat de bundel mist is urgentie. Grunberg schreef zijn essays tussen 1996 en 2010; de jongste film die wordt besproken is In the Valley of Elah uit 2007. Daarnaast is dit niet Grunbergs lijst met De Beste Films Ooit, maar eerder een verzameling titels die ooit zijn nieuwsgierigheid prikkelden. Nietemin voorziet hij de oude films van nieuwe glans.