Arnon Grunberg
Het Parool,
2009-02-16
2009-02-16, Het Parool

Kamermeisjes en soldaten


Theo Hakkert

Hij zou zich eens onder de mensen moeten begeven, besloot Arnon Grunberg (1971) vier jaar geleden. Hij wilde nu wel eens levens beschrijven in plaats van bedenken. ''Ik schrijf omdat ik wil weten hoe anders mensen dat doen, leven,'' schrijft hij in de bundel reportages Kamermeisjes & soldaten.

Toen zijn roman Onze oom vorig jaar verscheen, zei hij: ''Je kunt veel dingen bedenken, maar bepaalde zaken moet je hebben gezien en gevoeld. Als ik over een bepaalde plaats schrijf, wil ik weten hoe het er ruikt en hoe het eruit ziet.'' Vanaf 2005 ging hij doelgericht op reis om reportages te schrijven. Grunberg reisde naar streken die onherbergzaam waren, niet vanwege de natuur, maar vanwege de aanwezigheid van de mens. Hij ging naar brandhaarden, gevangenissen, oorlogen, een Beiers hotel en de Nederlandse Pedopartij.

Hij ging embedded met Nederlandse soldaten naar Afghanistan om met een air van onoverwinnelijkheid terug te komen, stelde zijn vriendin vast.

Hij was nog eens in Kosovo, om te zien of het zin had daar na de Balkanoorlog te investeren. Of wellicht in Montenegro. ''Ik wil de wereld een wijn nalaten die Grunberg heet.''

De beschrijving, in twee aparte reportages, van de twee bezoeken die hij in Peru brengt aan Lori Berenson, een Amerikaanse vrouw die daar in de gevangenis zit, eindigt in een anticlimax. Tijdens het eerste bezoek verkeert hij in het gezelschap van haar vader, die zo zijn eigen verhaal over de gevangenschap van zijn dochter heeft. De man zit vol hoop. Vader en dochter leven elk in hun eigen wereld. ''Ik wil niets met de VS te maken hebben,'' zegt Lori tegen hem, maar de boodschap komt niet over.

Wanneer Grunberg later de kans krijgt haar opnieuw in de gevangenis te bezoeken, op haar verzoek zónder haar vader, wekt dat de verwachting dat ze nu zal uitpakken. Maar ze doet, denkt en spreekt niet anders. Eigenlijk krijgt hij er deze keer nog minder uit dan bij het eerste bezoek.

De reportages zijn nogal wisselend van kwaliteit. Als observator is Arnon Grunberg heel sterk, maar hoe hij als het mannelijk 'kamermeisje' Anton Morsink aan het werk gaat in een Beiers hotel misstaat in deze bundel. Hier observeert hij immers niet. In Beieren blijft hij zichzelf in de rol van kamermeisje. En het leven van Anton Morsink heeft hij toch weer zelf bedacht.