Arnon Grunberg
De Standaard,
2009-05-08
2009-05-08, De Standaard

Grunberg is God


Mark Cloostermans

Volgende maandag wordt in het Amstel Hotel te Amsterdam de winnaar van de Libris Literatuurprijs 2009 bekendgemaakt. Arnon Grunberg is genomineerd, maar zal niet aanwezig zijn. Trouw aan zijn cordon sanitaire rond de Nederlandse literatuur stuurt hij zijn kat. Of beter: hij stuurt een Nederlandse militair, met wie hij kennismaakte in Afghanistan.

Ongetwijfeld werkt dit soort humor veel mensen op de zenuwen. Bij mij kan Arnon Grunberg wel een potje breken. Niet alleen vanwege mijn motto: 'Grote schrijvers mogen zich aanstellen zoveel ze willen, de anderen niet.' Bij Grunberg leidt die aanstellerij tot iets. Gedraagt hij zich soms alsof hij in oorlog ligt met de hele mensheid, dan doet hij in zijn werk moeite om die mensheid te begrijpen. Alsof hij een gezant van een andere planeet is, die ons tracht te doorgronden.

In zijn nawoord bij Niccolò Machiavelli's De heerser, recent herdrukt, noemt Grunberg zichzelf zonder omwegen een machiavellist. In de oorspronkelijke, niet-verbasterde betekenis, benadrukt hij: 'De machiavellist bestudeert zichzelf en zijn omgeving en vraagt zich daarbij niet telkens af hoe hij en anderen zouden moeten zijn, maar hoe ze zijn.'

Met die onbeschaamde objectiviteit is Kamermeisjes en soldaten geschreven, de verzamelde journalistieke werken van Grunberg tot op heden. In Afghanistan, in Irak en in Guantánamo observeert Grunberg soldaten en autochtonen, terroristen en gevangenen. We komen veel te weten over het kopen van goodwill en over de seksuele mores in het leger. In een Oostenrijks hotel neemt hij dienst als kamermeisje. We leren dat de gast de natuurlijke vijand van het kamermeisje is. In Nederland interviewt hij het partijbestuur van de 'pedopartij'. In Kosovo stelt hij zich voor als investeerder. 'Regelmatig word ik bezocht door de droom om net als Rimbaud te eindigen als wapenhandelaar.'

Scherpe tandjes

Bij Grunbergfans rinkelt nu een belletje. Wapenhandelaar, dat was het beroep van Lina, de hoofdpersoon in Onze oom, de roman die maandag al dan niet de Libris wint. Je vindt in Kamermeisjes en soldaten wel meer details die je kent uit Onze oom, tot en met de duivelse oom, 'El Tío', himself. Meer nog: wat de journalist in het slothoofdstuk van Onze oom zegt (namelijk: 'Ik probeer zo dichtbij mogelijk te komen'), dat is ook Grunbergs motivatie in al deze reportages: dichter bij het gevaar komen. De fictieve journalist zoekt daarom het gezelschap van een bikkelharde dame die in wapens handelt, Grunberg zoekt mensen die kiezen voor het gevaar. Soldaten, revolutionairen, kolonisten, terroristen. 'Afstand bewaren is een kunst. Het is de kunst die ik meen het beste te beheersen. Nu doet zich het merkwaardige feit voor dat ik voornamelijk in die mensen geïnteresseerd ben die op cruciale momenten geen afstand wisten te bewaren.'

De mensen van de 'pedopartij', die een maatschappelijke en morele grens overschrijden. De Amerikaanse Lori Berenson, die zich aansloot bij de Tupac Amaru, een revolutionaire beweging in Peru, en een gevangenisstraf van twintig jaar uitzit, ergens in de Andes. Wat drijft hen? Wat gebeurt er met je overtuigingen als ze ertoe leiden dat je je vrijheid verliest? 'Kun je het je nog permitteren van je geloof te vallen als je zulke offers hebt gebracht?'

Grunberg krijgt geen antwoord op die laatste vraag. Ik heb de indruk dat hij meermaals zijn tanden stukbijt op zijn onderwerpen. Wat een Nederlandse militair bezielt om naar een mijnenveld als Irak te trekken, komt hij wèl te weten: het vooruitzicht op een nieuw bankstel, te betalen met de soldij. Grunberg lijkt daar geen oordeel over te vellen, maar klopt dat wel? Neem deze zinnen: 'De Nederlandse militairen die zijn gesneuveld in Afghanistan, zijn misschien gesneuveld voor een nieuwe eettafel of een tv. Dat is niet tragischer dan sterven voor een betere wereld. Volgens de filosoof John Gray is een betere wereld toch een utopie. Dat kan van een nieuw bankstel niet worden beweerd.' Meent hij dit, of is het diepgevroren sarcasme? Hoe hij ook probeert, er blijft tussen Grunberg en de mensheid een barrière staan. Zelfs de ondertitel van dit boek, 'Arnon Grunberg onder de mensen', heeft scherpe tandjes.

Mensendokter

Zou Arnon Grunberg zichzelf nog als een mens beschouwen? In het tijdschrift Vrij Nederland treedt hij elke week aan in de rol van 'Mensendokter': dan beantwoordt hij allerlei praktische en morele vragen die hem door de lezer worden aangereikt. Grunberg krijgt daar haast de allure van een godheid. Zijn antwoorden zijn inzichtrijk, maar net zo goed kan de god Grunberg een toornige toon aanslaan, of zich hullen in mysterieuze tegenspraken.

In Kamermeisjes en soldaten gedraagt de schrijver zich net zo goed soms als een god, gul strooiend met aforismen die donderen als de tien geboden ('Morele helderheid is te vaak een kasteelroman') en ijselijke observaties ('Ook binnen een familie, een bedrijf of een gezelligheidsvereniging leefde je alleen en voornamelijk voor jezelf'). Het valt aan te bevelen ook deze god niet in de ogen te kijken, maar je af te wenden van zijn licht. En gewoon lekker te genieten van zijn werk. Want die 'Mensendokter' is een fantastische rubriek, die hopelijk vroeg of laat in boekvorm verschijnt. Het nawoord bij De heerser is subliem en inzichtrijk, haast voldoende reden om het boek te kopen. En Kamermeisjes en soldaten... Zal ik eens een vuurpijl afsteken en zeggen dat dit het beste journalistieke boek van 2009 zal blijken te zijn? Ook al lees ik te weinig vergelijkbare boeken? Toch maar niet doen. Bovendien: welke vergelijkbare boeken? Hoeveel journalisten schrijven met de soepele, intelligente pen van Grunberg? Welke andere schrijver trekt naar Libanon om zichzelf te dwingen eindelijk een standpunt in te nemen over de Joods-Palestijnse kwestie? 'Neutraliteit is de chique variant van onverschilligheid. Maar wat partij kiezen in praktijk betekent, is mij niet helemaal duidelijk. Demonstreren? Geweldloos verzet?' Is er al een andere auteur geweest die de bittere ernst van Guantánamo durft aan te grijpen om de absurditeit van onze alledaagse werkelijkheid te analyseren? 'In Gitmo worden de oerwetten van onze samenleving zo letterlijk genomen dat de absurditeit ervan duidelijk wordt', doceert Grunberg. Hij geeft voorbeelden: 'Positief gedrag wordt beloond' en omgekeerd: 'Wie zich misdraagt verliest zijn privileges. [...] zo is het overal. Op die wet is de samenleving gebouwd.'

Ronduit komisch zijn de waarschuwingen die de soldaten in Guantánamo krijgen, voor hun terugkeer naar het gewone leven. 'Intieme relaties kunnen in het begin vreemd aandoen' en nog: 'Je fantasieën en de realiteit kunnen heel verschillend zijn'. Is het ooit anders?

Tot spijt van wie het benijdt, is Arnon Grunberg dé centrale figuur van de Nederlandse literatuur in dit eerste decennium van de 21ste eeuw. Hij kan zich rustig laten vertegenwoordigen door een militair, want je kunt toch niet om hem heen. Hier vloekt men niet, Arnon Grunberg ziet u.