Arnon Grunberg
Elsevier,
1997-04-26
1997-04-26, Elsevier

Lachen en huilen: Grunbergs Figuranten puur raffinement


Doeschka Meijsing

Een schrijver kan maar het beste vrolijk tegen de wereld aankijken. De meeste schrijvers doen dat niet, ze zuchten en steunen vanuit hun eenzame beroep. Voor loltrappen is de literatuur niet gemaakt.
Ernst en het werkelijke leven op kantoor, in de liefde, in de eigen ziel dienen de thema's te zijn. Arnon Grunberg bewijst met zijn tweede boek Figuranten dat hij uit een ander vaatje tapt. Het debuut van Grunberg Blauwe Maandagen (1994) was zo grappig en treurig tegelijkertijd, dat het tot de opvallendste debuten van de laatste tijd moet worden gerekend. Iedereen is dan benieuwd of het veelbelovende niveau in een tweede boek kan worden waargemaakt. Grunberg verleidt de lezer met Figuranten tot een volmondig: ja! De roman handelt over drie adolescenten die min of meer aan de rand van het leven staan, maar grote ambitie's hebben. Ze willen ooit beroemd worden in Hollywood. De ik-figuur en verteller is een jongen van twaalf ambachten, dertien ongelukken. Hij heeft een mislukte poging gedaan om de toneelschool van Maastricht te halen, maar ziet meer heil in de vriendschap met zijn alter ego, 'Broccoli' genaamd, die grandioze plannen met castingbureaus en fotosessie's heeft om de droom te verwezenlijken.
Het plan heet 'Operatie-Brando'- en het welslagen ervan ligt vooral in het dagelijks oefenen van een gezicht trekken als Marlon Brando. 'Broccoli' en de ik-verteller delen de liefde voor een gezamenlijke vriendin die het trio vervolmaakt.
Zo neergeschreven lijkt het een wat melig gegeven, een beetje in de buurt komend van de wintersportende studenten uit Giph van Ronald Giphart, of andere schrijvers uit de generatie Nix die zijn blijven hangen in Zoetermeer. Grunberg is oneindig veel subtieler en veelzijdiger. Hoe komt dat? Ten eerste omdat in Grunbergs versie van een generatie wanhoop en melancholie schuilt in plaats van lolligheid en verwendheid, terwijl het boek eindeloos grappig blijft.
Niet omdat de situaties waarin de drie personages zich begeven zo vermakelijk zijn, maar omdat Grunberg de toon te pakken heeft om het duo doelloosheid en vastberadenheid tot een paradox te smeden die lachlust en compassie opwekt. Denk bijvoorbeeld aan Don Quichot die tegen de windmolens vecht.
Een belangrijk aandeel daarin is het laconieke van de taal die Grunberg hanteert. Als de drie overal rondzwerven met hun ambitieuze plannen luidt het: 'Inderdaad we hebben overal hetzelfde gedaan wat we in Amsterdam deden. En zelfs toen wij niet meer samen waren ben ik hetzelfde blijven doen. Het was een manier van leven die me goed beviel. Rondlopend door een stad, zonder haast en zonder werkelijk doel, als een handelsreiziger zonder handel.' Dit citaat geeft slechts met 'en toen wij niet meer samen waren' het heimwee van de verteller aan. Tegelijkertijd weet Grunberg een aantal levensgeschiedenissen van personages rondom de drie hoofdfiguren trefzeker neer te zetten. Of dat nu de slechte huishoudster mevrouw Meerschwam is, die elk jaar het Leger des Heils opbelt om het huisraad van Broccoli's vader te verkopen, of meneer Berk, een vriend van Broccoli's vader, die op het eind van zijn hersenen is maar niet heus; of het gereformeerde meisje Frederike Steinman, waar de ik-verteller even verliefd op wordt - het zijn stuk voor stuk zijsprongen die het verhaal en de vriendschap tussen de drie versterken.
Tussen alles door wordt vooral de absurditeit getekend. De absurditeit van de wereld van castingbureaus, toneelscholen, van cursussen, van psychotherapie, van ziekenhuizen, disco's en van familie. Niet als zijnde de beste scheld-therapeut van Nederland, maar meer op de manier van de Reve van De avonden; nonchalant, terloops, laconiek - om te huilen en om te lachen.
Waarschijnlijk zit dat effect het meest in de dialoog van Grunberg, die kort en effectief is. De gesprekken tussen mensen die elkaar al langere tijd kennen staan bol van misverstanden, zoals de ruzies tussen de ouders van Broccoli.
Misschien zou je Broccoli een afsplitsing van de ik-verteller/auteur kunnen noemen. Hij is rijk. Hij is altijd optimisch over het Brando-project. Hij is de minnaar van het gedeelde meisje. Maar het doet er niet toe of dat zo gezien kan worden. Figuranten handelt over vriendschap tussen drie mensen en over de grootsheid en belachelijkheid van het leven.
De titel van de roman duidt er waarschijnlijk op dat mensen slechts 'kruimels op de rok van het universum' zijn, zoals Lucebert het verwoordde. Maar de roman zelf brengt iedereen, ook de geringste personage, tot leven - in de beroerdste en toch meest grandioze omstandigheden.
De naïviteit die Grunberg daarbij tentoonspreidt is puur raffinement - en zij werkt.
De lezer raakt bedroefd, maar moet lachen.