Arnon Grunberg
De Volkskrant,
2007-04-28
2007-04-28, De Volkskrant

Verwarrend: zelfs het gidslandje is van de kook; in New York verklaren Ian Buruma en Geert Mak Nederland voor Amerikanen en schrijvende collega's


Michaël Zeeman

New York 'Uit alles wat ik van u beiden gelezen heb', begint de door en door Amerikaanse man uit het publiek in de zaal zijn vraag, 'en uit alles wat ik van u gehoord heb, leid ik af dat die Theo van Gogh van jullie een brute, ruwe, wrede, grove obnoxious son of a bitch was.' Daar schrikken de beide deskundige auteurs op het podium van het Martin Segal Theater, hartje New York, Ian Buruma en Geert Mak, even van op. Het is andere koek dan de zalvende toon waarop de Nederlandse deelnemers aan het festival van de internationale literatuur, dat de internationale Pen-club hier aanrichtte, doorgaans worden ingeleid. Het is zelfs krasser dan de wijze waarop zij in Nederland het uitverkoren dramatische scharnierpunt van onze jongste geschiedenis zouden durven omschrijven.

Nederland heeft de idyllische voorstelling die het van zichzelf had, moeten opgeven, had Mak zijn Amerikaanse en internationale gehoor eerder uitgelegd. De protestgeneratie heeft eerst afgerekend met het wereldbeeld van haar ouders, daarna geprobeerd haar droom aan de wereld op te leggen en is, nu zij van een koude kermis thuisgekomen is, reactionair geworden, was de diagnose van Buruma. 'Ik herken de blik in hun ogen', stelde Mak grinnikend vast, 'hetzelfde fanatisme als in '68, maar nu richt al die bevlogenheid zich tegen de islam, tegen de vreemdelingen.' Twee waarnemers, die allebei een weids historisch perspectief en een al even royaal internationaal panorama hanteren, verklaren Nederland voor Amerikanen en hun schrijvende collega's uit de hele wereld.

Die lijken daar danig door geïntrigeerd: dat de fameuze Nederlandse tolerantie vermoedelijk veeleer een manifestatie van zelfingenomen onverschilligheid is geweest, komt hard aan. Het festival van de Pen staat in het teken van de morele commotie waarin de Verenigde Staten zelf verwikkeld zijn; dat ook het vertrouwde en knusse gidsland van achter de horizon van de kook is, bevordert de overzichtelijkheid niet.

'Amerika bekijkt de wereld door een sleutelgat', heet het in vrijwel alle introducties op het festival. 'Dat verklaart de moeilijke betrekkingen die wij vandaag de dag met de wereld onderhouden.' Daarom, redeneert de schrijversclub, is het zo betreurenswaardig dat de Amerikanen niets van buitenlandse literatuur weten: geen 3 procent van de literaire boekproductie betreft vertalingen. Wie de boeken van zijn vijanden of zelfs die van zijn bondgenoten leest, oordeelt wijzer, stort zich minder achteloos in hovaardige avonturen.

En zij komen, de New Yorkers. Om te luisteren naar lezingen en gesprekken, om zich te mengen in debatten die keer op keer raken aan de verhouding van de literatuur tot de wereld: van de milieu-problematiek tot de globalisering, van de meervoudige paspoorten tot de vuile oorlogen, de agenda van politiek en journalistiek is ook een literaire agenda. Ruim 150schrijvers uit twintig landen zijn gekomen om erover te praten.

Uit Nederland is een extra zware delegatie afgevaardigd, de stoeterij auteurs van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds, Adriaan van Dis, Arthur Japin en Margriet de Moor, naast de Nederlandse Oegandees Moses Isegawa en de New Yorker Arnon Grunberg.

Die laatste staat dichter bij zijn Amerikaanse en internationale collega's dan bij zijn Nederlandse: niet Theo van Gogh is zijn onderwerp, maar de rechteloze gevangenen in de Amerikaanse strafkolonie op Cuba. Hij heeft de revenuen van zijn jongste prijs aangewend om een hunner juridische bijstand te bezorgen. Daardoor speelt de literatuur een rol zoals de Pen die graag ziet: niet louter observerend, maar ook interveniërend.

Tijdens de literaire vlootschouw waarmee het festival woensdagavond begon, waren het Salman Rushdie en Nadine Gordimer die de toon zetten. Die toon, de wereld van het woord die zich zelfs door het kleinste sleutelgat naar binnen wurmt.