Arnon Grunberg
Haarlems Dagblad,
2001-04-25
2001-04-25, Haarlems Dagblad

Ik geef de mens nog twee eeuwen; Arnon Grunberg schreef eigentijdse versie van Erasmus' 'Lof der zotheid'


Theo Hakkert

Toen Arnon Grunberg de AKO Literatuurprijs kreeg toegekend, deed hij het vanuit zijn woonplaats New York per e-mail af, maar nu is de schrijver weer een paar dagen in Nederland. Ter gelegenheid van het verschijnen van De Mensheid zij geprezen, de hedendaagse versie van Erasmus' Lof der Zotheid die hij op uitnodiging van uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep schreef. Met het boek wil de uitgever het Erasmus-jaar luister bij te zetten en extra aandacht vestigen op de heruitgave van Erasmus' werken. Waarom Grunberg gevraagd werd? De schrijver zegt het niet te weten. "In de e-mail stond iets in de trant van dat ik de hedendaagse Erasmus was. Maar dat ben ik dus niet. Erasmus was een geleerde; ik niet.' Hij las de oorspronkelijke Lof der Zotheid en aanvaardde vervolgens de uitnodiging. 'Het mocht geen hervertelling worden. Een rare opdracht eigenlijk. 'Schrijf een nieuwe Madame Bovary', zoiets.' De Mensheid zij geprezen is het pleidooi van een advocaat die de mens verdedigt tegen de vele, vele aanklachten die door de eeuwen heen tegen hem zijn geuit. Het is een verdedigingsrede van een gedreven pleiter, die koste wat kost de onschuld van zijn cliënt wenst aan te tonen. Het spaarzame decor wordt gevormd door de getuigen van de aanklagers: de geleerden en kunstenaars die de mens 'in zijn zwakheid en benepenheid hebben afgebeeld'. Grunberg (1971): "Wie heeft de mens aangeklaagd? Dat waren de romanschrijvers, de filmmakers, de schilders. De manier waarop zij de mens hebben geportretteerd kun je zien als aanklacht. De advocaat komt daar tegen in het geweer. Hij oppert dat de mens beter af was geweest zonder de kunst, wat overigens overeenkomt met de ideale staat van Plato, waarin hij geen dichters wilde toelaten." Het boek zit vol met dit soort prikkelende ideeën, die allemaal op het conto van de advocaat moeten worden geschreven. Prikkelende ideeën, over bijvoorbeeld democratie en oorlog, waarbij je je als lezer afvraagt of Grunberg het met zijn 'eigen' advocaat eens is. "Hier doe ik precies wat Erasmus ook doet. Hij liet in zijn boek de Zotheid aan het woord; ik voer een advocaat op. Ik had mezelf nooit kunnen opvoeren. Dan was het geen Lof der Zotheid meer, maar een verhandeling over mijn ideeën. Dat wilde ik niet. Ik moest een spreker hebben. Ik kan mezelf niet als advocaat voor alle mensen naar voren schuiven." "Wat die ideeën betreft: ik chargeer. Daarom is hij ook advocaat. Hij móet zijn cliënt vrij krijgen. Het gaat nog een stapje verder. Als je een advocaat aan het woord laat, gaat het ook niet om zijn ideeën, maar puur om de onschuld van de aangeklaagde te bewijzen. Er zijn heel veel dingen die hij zegt die me sympathiek voorkomen. Hij zegt ook dingen waar ik meer moeite mee heb, maar waarvan ik wel blij ben dat bij ze zegt. In elke discussie kun je een standpunt innemen waar je het zelf niet noodzakelijkerwijs honderd procent mee eens hoeft te zijn. Je neemt dat standpunt in de hoop op reacties en nieuwe discussies. In De Mensheid zij geprezen laat hij de advocaat onder meer zeggen: 'Democraten zijn mensen die in sprookjes geloven of, en dat is waarschijnlijker, cynische manipulators die bepalen wat informatie is en wat niet, en waarheid noemen wat hen goed uitkomt.' En: 'Mijn cliënt en ik hebben ons walgend afgekeerd van de democratie en de democraten, van de pooiers die op hun 'rechtvaardigheid' hebben geschreven, terwijl daar iets heel anders had moeten staan.' Het 'loswrikken' van dit soort discussies, zo weet ook Grunberg, gaat tegenwoordig alleen nog via de opiniepagina's en mogelijk een essay als De Mensheid zij geprezen. "Een roman schrijf je niet meer om een maatschappelijke discussie aan te zwengelen. In zekere zin is dat jammer. Aan de ene kant is het fantastisch dat je alles kunt schrijven zonder het gevaar te lopen dat je wordt onthoofd of dat je paspoort wordt ingenomen. Het enige wat je kan gebeuren is dat je geen lintje krijgt van de koningin. Dat is de grootste vorm van censuur die ik hier nog ken. Met een essay kun je misschien nog een discussie loswrikken. Romans zijn volstrekt ongevaarlijk geworden." In De Mensheid zij geprezen laat de advocaat geen middel ongebruikt om de belasterde mens vrij te pleiten. Dat levert enkele malen zeer cynische passages op. 'Oorlog is een massale flirt met de dood en vernietiging om de liefde voor het leven te bevestigen. Er valt veel goeds en moois en nuttigs in een oorlog te ontdekken. En net als de voorjaarsschoonmaak ruimt het lekker op.' Hij knikt. "Ik denk dat de waarheid soms heel cynische kantjes heeft. Maar bepaalde dingen die de advocaat zegt kunnen niet geloochend worden. De oorlogsindustrie is een heel welvarende industrie. Veel mensen hebben er belang bij dat er zo nu en dan oorlog wordt gevoerd, om wat voor reden dan ook. CNN vaart er wel bij. Blijkbaar kijken veel mensen er graag naar. Live! Met de carnavalsindustrie gaat het heel wat minder. Omdat mensen blijkbaar meer belang hebben bij oorlog dan bij carnaval." De Mensheid zij geprezen is niet 'de nieuwe Grunberg'. Wie op een nieuwe roman à la Fantoompijn rekent, zal vreemd opkijken. Dit is 'de andere Grunberg', waarin de schrijver met een voelbaar satanisch genoegen om zich heen redeneert. Is hij gaandeweg anders, mogelijk zelfs positiever over de mens gaan denken? "Met iets meer mededogen; niet positiever. Wat ik wilde voorkomen, was een boek met een geheven vingertje. De moraal moest verstopt en versierd worden. Toen ik het boek af had, dacht ik: ik geef de mens nog twee eeuwen. We hoeven niet altijd te blijven bestaan." Hij moet er ook zelf hard om lachen. "Dat is toch vermakelijk!"