Arnon Grunberg
Goddeau,
2012-02-02
2012-02-02, Goddeau

De heilige Antonio


Jurgen Boel

De nieuwe Arnon Grunberg is een oude Grunberg, zij het eentje die tot voor deze publicatie voor het gros van de stervelingen niet beschikbaar was. De Heilige Antonio was in 1998 immers het geschenk dat Nederlandse uitgevers en boekenwinkels aan hun klanten meegaven wanneer ze tijdens de Boekenweek voor een bepaald bedrag aan boeken kopen.

Het is een mooi initiatief dat jammer genoeg te vaak de Vlaamse boekenlezer in de kou laat staan, in het bijzonder dat niet de minste onder de Nederlandstalige schrijvers al een werk voor de boekenweek geschreven hebben. Dat Grunbergs werk iets meer dan tien jaar na datum toch een reguliere uitgave krijgt, mag enerzijds merkwaardig genoemd worden maar anderzijds ook bemoedigend. De novelle die zich qua publicatiedatum plaatst tussen de romans Figuranten en Fantoompijn laat zich ook tien jaar later nog verrassend helder lezen. De obsessies en thema’s van Grunberg zijn volop aanwezig, maar flirten nog niet met het groteske dat in zijn laatste romans opduikt.

Centraal staan de twee broers Tito en Paul die samen met hun moeder Rafaella een slordige zes jaar geleden de Mexicaanse grens overgestoken zijn in de hoop in New York een beter leven te vinden. Hun vader was een struikrover die tien jaar geleden na een mislukte inbraak door zijn slachtoffer doodgeslagen werd. Om te overleven werkt Rafaella in een koffiehuis waar ze een schare aanbidders heeft waarvan ze sommige ook mee naar huis neemt. Haar twee zonen dragen hun steentje bij door ’s avonds als bezorgers voor een afhaalmexicaan te werken, de dagen vullen ze met niets doen en de Engelse les waar samen met de Kroatische (zoals de broers haar noemen) zitten.

Die laatste is in de beste Grunbergtraditie een enigmatisch figuur die losgeslagen van de wereld lijkt te zijn en in beide broers een soort biechtvaders en vertrouweling ziet. Zo moeten ze te allen tijde een foto van haar dragen en de mensen over haar vertellen wanneer men naar haar zou vragen. Dat de jonge vrouw zich in verdachte milieus bevindt, wordt al snel duidelijk; al weet Grunberg zoals steeds ook hier een twist aan te geven waardoor zelfs de criminele milieus in een Lynchachtige sfeer baden. Tezelfdertijd met het verhaal van de broer en de Kroatische, loopt de liefdesgeschiedenis van Rafaella en haar laatste aanbidder Ewald. Die laatste beweert een succesvol schrijver te zijn die met zijn geld geen blijf weet en het krankzinnige idee ontwikkelt om een “burrito’s aan huis”-dienst op te richten.

Hoewel Ewald nergens in de buurt van de Kroatische komt qua karaktergestoordheid mag het duidelijk heten dat ook met deze figuur veel verkeerd loopt. Zijn relatie met Rafaella en haar zonen vertoont vreemde wendingen waarbij in het bijzonder zijn visie op liefde en de toekomst van het bedrijf dat hij samen met Rafaella opstart een hint van krankzinnigheid in zich draagt. Net als in het verhaal van de Kroatische is het in de eerste plaats aan Grunbergs talent te danken dat het groteske nergens ontspoort in het ongeloofwaardige zonder aan absurditeit in te boeten. Dat Ewald en de Kroatische elkaar blijken te kennen, mag overigens niet verbazen, zelfs al speelt dit feit verder geen noemenswaardige rol in het verhaal.

Fans van (de oude) Grunberg weten waar ze zich aan mogen verwachten met deze novelle die overigens een vreemd vertelperspectief kent (het leest als een verslag van beide broers waarbij ze geregeld over zichzelf in de derde persoon praten). Het groteske en (onderhuids) gewelddadige verhaal over figuren die op de een of andere manier in de marge opereren en leven wordt met een ongemakkelijk aandoende afstandelijkheid geschreven, waardoor het hele verhaal zowel irreëel als beangstigend tastbaar wordt. De heilige Antonio is dan ook met recht en rede voor het grote publiek beschikbaar gemaakt, en vormt voor wie instappen wil in Grunbergs wereld een mooi visitekaartje.