Arnon Grunberg
Telegraaf,
1994-05-27
1994-05-27, Telegraaf

Arnon Grunberg legt de lelijkheid bloot


Ingrid Hoogervorst

Bij tijd en wijle verschijnt er een debuutroman die onmiddellijk alle aandacht op zich vestigt. De schrijver slaat een geheel eigen toon aan of beschrijft iets dat nog niet eerder tot het terrein van de literatuur was doorgedrongen. Als hij dan ook nog maar net de twintig gepasseerd is, wordt hij al snel de literaire ontdekking van de maand. "Blauwe maandagen", de eerste roman van de Amsterdamse Arnon Grunberg (1971) stond om al die redenen - en nog wel meer - de afgelopen weken volop in de belangstelling. Niet in de laatste plaats om het taboe doorbrekende karakter van dit autobiografische boek, waarin uitvoerig wordt beschreven hoe het er tijdens erotische escapades op het gebied van de betaalde liefde aan toegaat. Met dezelfde precisie waarmee de chirurg zijn ontleedmes hanteert, gebruikt Grunberg de taal om de lelijkheid om hem heen bloot te leggen. De hoofdpersoon, met dezelfde naam als de schrijver, is de zoon van joodse ouders die door traumatische oorlogservaringen zijn getekend. Al babbelend met gebruik making van effectieve herhalingen leidt hij de lezer zijn wereld van achttienjarige scholier binnen. In het eerste deel wordt die wereld bepaald door school en het totaal uit de hand gelopen huwelijk van zijn ouders waarin de dagelijkse routine eerder thuishoort in een absurdistisch theaterstuk dan in een huisgezin. De moeder heeft in het concentratie kamp Auschwitz gezeten ('Haar leven was afgelopen, zei ze, haar leven was al veertig jaar afgelopen.'), en de zwijgzame vader gaat regelmatig voor "zaken " naar zijn geboortestad Berlijn, maar geen van de familieleden weet wat hij uitvoert. "Mijn vader had kaartjes laten drukken, waarop stond 'De familie Grunberg wenst u een aangename verpozing'. Die deelde hij uit als we visite hadden." Op school draaien ze de film Shoah alsof daarmee de oorlog is uitgelegd.

Laconiek In het tweede deel is de vader overleden en de hoofdpersoon van school verwijderd. Het geld dat hij met allerlei duistere baantjes verdient, geeft hij uit aan prostitutiebezoeken of escortservices. De illusieloze werkelijkheid die achter al die huisdeuren ligt, wordt op zo'n droge, laconieke manier beschreven dat de meest hilarische situaties tegelijkertijd tragisch en absurd worden. Zo luidt de titel van een hoofdstuk 'Kom je voor anaal? Nee, voor Astrid.' Het tragi-komische effect zit hem vaak in de tekening van net die kleine sfeerbepalende details of in de dialogen. Dit deel had wel ingekort moeten worden om eentonigheid te voorkomen. Na een aantal bezoeken is er niet veel nieuws meer onder de zon en zakt het verhaal in. Het meest geslaagd is het intermezzo tussen het eerste en het tweede deel waarin de fysieke en geestelijke aftakeling van de vader centraal staat. De toon herinnert soms aan Reve's 'De avonden' ('Dit was een zondag om te lachen, dat was wel duidelijk'). Hoe banaal de werkelijkheid ook die beschreven wordt, het boek zélf is nergens banaal en daaruit blijkt het schrijftalent van Grunberg. Zijn verhaal over de wereld die haar rottigheid en vunzigheid voortdurend vermomt als een schijnwerkelijkheid sleept je vanaf het begin mee en je zult het moeten aanhoren of je wilt of niet.