Arnon Grunberg
Noordhollands Dagblad,
2000-04-06
2000-04-06, Noordhollands Dagblad

En het geheugen, dat kwelt als een ziekte


Hans Warren

De nieuwe roman 'Fantoompijn' van Arnon Grunberg is een sprankelend boek. 'Fantoompijn', na Blauwe maandagen' en 'Figuranten' zijn derde roman, vertelt het verhaal van Robert G. Mehlman. Hij is een niet geheel toerekeningsvatbare schrijver die poogt, naast de hoofdrolspeler, ook de regisseur van zijn eigen leven te zijn. Het probleem is dat de rest van de wereld niet altijd mee wil spelen. Het meest bijzondere aan het proza van Arnon Grunberg (1971) is de combinatie van hopeloos en hilarisch. Pessimistischer literatuur valt er nauwelijks te bedenken, maar de lezer wordt er allerminst depressief van. De ontluistering is totaal, de vrolijkheid is er echter niet minder om: dat is de sfeer in dit altijd ietwat groteske werk. We mogen blij zijn dat deze schrijver een jaar of zes het landschap van onze letterkunde verrijkt. Het lijkt erop of hij is de eerst auteur die de onbetwiste coryfeeën Reve en Hermans kan evenaren. Al te Nederlands zijn z'n boeken trouwens niet. Ook de nieuwe roman 'Fantoompijn' speelt zich voor een veel groter deel in de Verenigde Staten dan in Nederland af. Zijn indringende one-liners komen erg Amerikaans over. Grunberg is daar een meester in. Bijna achteloos kan hij zijn sombere visie op het leven uiteenzetten in zinnen als: 'De wereld deed mij nog het meest denken aan een psychologisch experiment, waarbij de proefkonijnen omwille van het experiment niet verteld is dat ze proefkonijnen zijn.' Bijna geen bladzijde gaat voorbij zonder zulke uitspraken. 'Het seizoen was al drie weken over tijd', kan hij schrijven. Het geheugen dat een mens blijft kwellen, vergelijkt hij met een ziekte, 'een koorts die ondanks honderd koude washandjes maar niet wilde doven'. En de held van het verhaal beweert ergens: 'Mijn kussen smaken naar appeltjeskauwgum, dat is het geheim van mijn geluk.' Eindelijk eens een schrijver die niet worstelt met de taal, maar ermee speelt. Een schrijver met verfrissende in plaats van vermolmde beeldspraak. 'Fantoompijn' overtuigt ook om andere redenen. Je zou kunnen zeggen dat Grunbergs vorige romans ietwat onhandig in elkaar staken. Daarvan is deze keer geen sprake: het boek is een eenvoudig opgezette, maar elegante raamvertelling. In een proloog en in een epiloog treedt Harpo Saul Mehlman als verteller op om tekst en uitleg te geven bij het manuscript 'Het lege vat en andere parels' van zijn vader dat we in het middendeel te lezen krijgen. Die vader heet Robert G. Mehlman. Hij heeft in Nederland - en ook daarbuiten - succes gehad met zijn werk. Maar hij lijkt een schrijver op zijn retour tot hij met het in een vloek en een zucht in elkaar gezette literair kookboek 'De Poolsjoodse keuken in 69 recepten, de wereld verovert. Daardoor worden zijn financiële zorgen opgelost, maar zijn artistieke impasse gaat niet over. Zijn levensdoel is 'zelf een mythe creëren, zelf een mythe worden'. Het menselijk bestaan mag een schouwtoneel zijn, je moet proberen dat toneelstuk in de hand te houden. Daarmee is Robert voortdurend bezig: geen moment wil hij de controle verliezen, zelfs als hij in vergetelheid raakt zou dat zijn eigen creatie moeten zijn. Af en toe lijkt hij te slagen in zijn pogingen de realiteit te ensceneren, maar meestal lukt het niet. Lot Het blinde lot, de domme omstandigheden, én de andere mensen komen Mehlmans waanvoorstellingen verstoren. Vooral zijn echtgenote - een psychiater die hij in Amsterdam heeft leren kennen en met wie hij in New York woont - laat zich moeilijk in zijn verhaal passen. Zijn logica is in haar ogen maniakaal. 'Het lege vat' is een geschrift waarin hij veel over zijn leven vertelt. Over zijn vrouw bijgenaamd de Sprookjesprinses, over een geliefde die van de ene dag op de andere uit zijn bestaan verdween, en over een nieuwe minnares Rebecca. Over zijn steeds dwazere pogingen greep op de dingen te krijgen. Zijn boeken worden nauwelijks nog verkocht. Uitgevers weigeren hem nog voorschotten te betalen. Hij heeft enorme schulden bij de banken en bij de credit card-maatschappijen. Desondanks blijft hij lustig spenderen. Een catastrofe wordt op het laatste moment afgewend. Hij weet een dame die hem adviezen heeft voor 'De Pools-joodse keuken' veel geld af te troggelen. Bovendien wordt het dus een bestseller. Met het van hem bekende sarcasme beschrijft Grunberg de opmars van het werkje. Die begint in Duitsland waar de uitgever het lumineuze idee heeft het kookboek van de ondertitel 'Koken na Auschwitz' te voorzien. Daardoor kan het niet stuk met Mehlman. Voor even dan, want natuurlijk loopt een roman van deze schrijver niet goed af. Een roman die met evenveel recht een zwarte komedie als een geestige tragedie genoemd kan worden. Het harde, absurde leven gevangen in hardvochtige, briljante literatuur.
En het geheugen, dat kwelt als een ziekte.