Arnon Grunberg
Het Parool,
2008-09-27
2008-09-27, Het Parool

Onze oom


Arie Storm

Bar en boos, zo mag de nieuwe roman van Arnon Grunberg wel worden genoemd. Beeldend schrijven was nooit de kracht van het idool van de supporters van anti-intellectuele en vederlichte literatuur; de held, kortom, van de mensen die onze in de kern rijke literatuur graag terug willen zien worden gebracht tot het beperkte terrein van het jeugdboek.

In Onze oom, zoals het boek is getiteld, lijkt het erop dat Grunberg de volwassen lezer murw wil beuken met meer dan 600 bladzijden die gevuld zijn met doorgaans korte zinnen die kopje-onder gaan in een oceaan van nietszeggende herhalingen. Nou, daar slaagt hij glansrijk in.
Hoe pakt hij dat precies aan? Zo.

Achter elkaar beginnen zinnen met eenzelfde woord: 'Ze lette nauwelijks op...'; 'Ze leek zich er niet van bewust...'; 'Ze pakte een haardroger...'. De bladzijden worden daarnaast gevuld met dialogen waarin alle personages voortdurend twee- of driemaal hetzelfde zeggen. 'Op mij kun je rekenen (...). Dit blijft tussen ons, maar op mij kun je rekenen.' Of: '''En wanneer?'' vroeg hij. ''Ik bedoel: wanneer precies...''' En om het af te ronden zijn er natuurlijk de typische grunbergiaanse levenswijsheden: 'Tussen mens en chaos stond de formaliteit.'

Dat laatste denkt - vermoedelijk, want Grunberg is bepaald geen meester in het hanteren van een strak vertelperspectief - majoor Anthony, de hoofdpersoon in een groot deel van het boek. Deze majoor hecht aan orde en netheid in een verder in onrustige tijden verkerend niet nader genoemd, waarschijnlijk Zuid-Amerikaans land. Dat verlangen naar orde voorkomt niet dat er geen slachtoffers vallen, maar slachtoffers vallen buiten zijn verantwoording. Majoor Anthony doet zijn werk goed, veel te goed.

En dan ontfermt hij zich - met die passage opent het boek - na een huisinval over een zielig overlevend meisje met schattige vlechten; haar ouders zijn bij de inval om het leven gekomen.

De onvruchtbare majoor presenteert haar als een cadeautje aan zijn vrouw, die immers zo graag een kind wil. Majoor Anthony zegt trots tegen zijn buurman: 'Ik wil je even vertellen dat we gezinsuitbreiding hebben gekregen.' En dan treedt Grunberg weer meteen buiten het gezichtspunt van de majoor, om van buitenaf op te merken: 'Een krankzinnige blijdschap lag op het gezicht van majoor Anthony. Een verrukking waaraan hij zelf nog moest wennen.'

De vrouw van majoor Anthony is aanmerkelijk minder verrukt.

Grunberg is een bijzonder expliciete schrijver; hij lijkt voortdurend bang te zijn dat de lezer hem niet begrijpt. Dus krijgen we alles expliciet uitgelegd. Soms, toegegeven, werkt dat wel, zoals in deze zinnen: 'De majoor keek naar haar, zoals hij naar haar had gekeken toen hij haar voor het eerst had gezien. Onderzoekend, geconcentreerd, maar ook licht geëmotioneerd. Haar vlechten hadden hem geraakt, zoals een kunstwerk je kon raken.' Maar verder wordt hier niets mee gedaan; de majoor blijkt niet echt een kunstliefhebber te zijn.

Wel is duidelijk dat niemand zich in deze roman, om het maar eens soft te formuleren, wérkelijk voor een ander interesseert. 'Alle interesse komt voort uit verveling en alle verveling is doodgelopen interesse,' concludeert het groot en grunbergiaans wijs geworden meisje aan het einde van de roman. Maar ze leeft nog. Dat is al heel wat.

Met de majoor gaat het snel - nu ja, snel, we doen er meer dan 300 slopend saaie bladzijden over - mis. Hij is niet de snuggerste en wordt door zijn directe meerdere, die ook de minnaar van zijn vrouw is, op een uitzichtloze missie gestuurd die hij nota bene zelf heeft geïnitieerd. Het noorden van het land moet worden bevrijd van rebellen, en daar gaat de majoor op af met een krakkemikkig konvooi. Op zuurtjes zuigend rijdt het gezelschap soldaten op bermbommen. De majoor overleeft aanvankelijk, maar met hem wordt verder doeltreffend afgerekend door de opstandelingen.

Uiteindelijk houden we dus dat meisje over. En zij ontdekt - de ultieme wijsheid! - dat als je ze niet kunt verslaan, je maar beter met ze mee kunt doen. Maar dan heeft Grunberg alle eventuele belangstelling al volledig bij de lezer weggenomen. Daar hebben de kinderachtige stijl, de suffe dialogen, het uitleggen van alles en het toelichten van elke stap die de personages zetten effectief voor gezorgd.