Arnon Grunberg
De Standaard,
2005-07-14
2005-07-14, De Standaard

Alles is ijdelheid; Scherpe novelle van Arnon Grunberg


Mark Cloostermans

Wanneer de succesvolle diplomaat Jean-Baptist Warnke valt voor de charmes van een mysterieuze jonge vrouw ondergaat zijn carriere een vreemde wending. In Het aapje dat geluk pakt beschrijft Arnon Grunberg Warnkes neergang tot zelfmoordterrorist.

"Ik zeg niet dat ik aan de grauwheid of middelmatigheid ontkom, ik zeg hooguit dat mensen het je kwalijk nemen als je maar een poging doet om daaraan te ontkomen," zei Arnon Grunberg ooit in een interview. In Het aapje dat geluk pakt illustreert de auteur wat er gebeurt als je probeert aan de grauwheid van het dagelijkse leven te ontsnappen. Net als veel van zijn andere boeken zou je het een handleiding voor een ongelukkig leven kunnen noemen.

Flink wat zinnen in deze novelle beginnen met "Hij is", waarop telkens een andere omschrijving van het hoofdpersonage volgt. Zijn minnares stelt hem de vraag letterlijk: "Weet je wat je bent?" Hij weet het niet en dat is de filosofische kern van wat op het eerste gezicht een overspelgeschiedenis is, met dramatische gevolgen voor de overspelige, zijn gezin en zijn carriere. Jessica Durlacher liet in Emoticon een jonge Palestijnse vrouw afglijden naar zelfmoordterrorisme. Ook Het aapje dat geluk pakt eindigt met een gewelddadige knal.

De diplomaat Jean Baptist Warnke, de tweede man op de Nederlandse ambassade in de Peruaanse hoofdstad Lima, heeft een baan met vooruitzichten, twee schatten van dochters en een vrouw die haar dagen doorbrengt met "het streven naar schoonheid en perfectie in meubilair en andere eigendommen". Maar in het cafe waar hij dagelijks een koffietje drinkt, duikt opeens de mooie Malena op, die hij eerst op afstand houdt, maar voor wier charmes hij onvermijdelijk valt. De lezer ruikt sneller lont dan Warnke, vooral als Malena hem vraagt om pakjes te versturen vanuit de Nederlandse ambassade. Alleen al haar koosnaampje voor Warnke is verontrustend neerbuigend: "tsjoenkitoej" of "mijn zoontje".

MINSTENS even belangrijk als het personage Warnke is zijn werkomgeving, een perfecte voedingsbodem voor cynisme. Landgenoten die in een Peruaanse gevangenis belanden, worden niet geholpen, maar krijgen een fruitmand en twee Edammer kaasjes: "Vrijheid is als je het goed bekijkt vooral een kwestie van het juiste dieet." De ambassadeur investeert in een documentatiecentrum "dat met uitsterven bedreigde talen van de indianen voor de ondergang dient te behoeden. ("Tsjoenkitoej" of "chunquituy" is Quechua, de taal van de Inca's, vandaag nog gesproken door zo'n dertien miljoen mensen in onder meer Peru, Bolivie en Argentinie. Het is een van de talen die in het documentatiecentrum bestudeerd worden.) Als het documentatiecentrum wordt opgeblazen, is de ambassadeur vooral boos omdat de replica van een Rietvelt-stoel mee de lucht is ingegaan. Hij start prompt met een nieuw "prestigeproject": een ananasplantage. Grunberg noteert het allemaal met grimmig genoegen, zonder zijn verhaal te verstikken in sarcasme. Het gaat er hem veeleer om te provoceren, met stellingen als: "Iets produceren is werk voor machines, de toekomst van de menselijke arbeid is nietsdoen." De vergelijking tussen Grunberg en Camus is al vaker gemaakt, en ze geldt ook hier: net zoals Meursault in L'etranger en Caligula in het gelijknamige toneelstuk van Camus zijn Grunbergs personages buitenstaanders. Ze voelen dat de werkelijkheid absurd is: niets heeft betekenis, alles is eender, keuzes zijn illusies. Die keiharde levensvisie verklaart waarom de personages zich kunnen schikken in de ergste omstandigheden en gruweldaden plegen. Beck vermoordt een prostituee in De asielzoeker, Meursault schiet een Arabier dood. De wereld presenteert hen de rekening, maar straft hen niet voor de moorden. Beck wordt in een televisieshow aangeklaagd omwille van een immoreel kortverhaal, Meursault wordt ter dood veroordeeld omdat hij zijn moeder begroef zonder tranen. Het is hun levensvisie die ongewenst is.

Inzicht in de absurditeit van het leven helpt deze personages overigens niet vooruit. Net als Beck in De asielzoeker verliest Warnke zich in een illlusie. Hij meent dat Malena zijn hulp nodig heeft en van het ene moment op het andere verandert hij van een koele diplomatieke kikker in een koloniaal: "Hij moet haar verder helpen, daarom zit hij hier, om een toekomst mogelijk te maken die voor zijn kinderen vanzelfsprekend is, maar voor mensen als Malena zonder zijn hulp altijd onmogelijk zal blijven."

OOK in dit boek vind je de cynische oneliners waarop Grunberg het patent heeft. "Johanna, mensen zoals jij houden deze wereld gaande," zegt Warnke tegen een Nederlandse non die zich al jaren inzet voor minderjarige schoenpoetsertjes in Lima. Een clichematige opmerking? Ja, maar ook behoorlijk cynisch, want misschien houdt de kosteloze liefdadigheid van de nonnen de armoede wel mee in stand: ze helpt de schoenpoetsertjes uiteindelijk niet vooruit en ontslaat anderen van hun verantwoordelijkheid. Het aapje dat geluk pakt is een kleine, gave Grunberg, meeslepend en vaak grappig. Grunberg heeft dit eenvoudige verhaal aangekleed met onvergetelijke scenes: de huishoudster die Warnke betrapt als hij in de tuin een condoom wil begraven, een overval door een meute straatkinderen, Malena die Warnke verleidt terwijl hij vooral verlangt naar een Vicks-inhaleerstift voor zijn verstopte neusgat. Het einde is wat afgehaspeld. Dat was ook in De joodse messias het geval: blijkbaar wil Grunberg de definitieve val zijn personages snel laten geschieden. Het voelt een beetje aan als een tekenfilm: eerst struikelt het personage, daarna belandt hij in een cactus, waarna de grond onder hem afbrokkelt en hij in het ravijn verdwijnt.

De uitgever is zo slim geweest om aan Het aapje dat geluk pakt een fragment toe te voegen uit Grunbergs reisreportageboek Grunberg rond de wereld. Het verslag van zijn verblijf in Lima bevat veel verhelderende bedenkingen, zoals: "Wat mensen doen, doen ze uit verlangen naar een beter leven, maar daar begint het probleem, want ik geloof in weinig." En de slotparagraaf kan als motto dienen voor zijn verzameld werk: "Als je jong bent, denk je dat er normale mensen bestaan, maar dat jij de pech hebt ze niet te kennen. Later kom je erachter dat dat onzin is, dat er geen normale mensen bestaan. Er bestaan alleen patienten. Sommige patienten weten zich staande te houden ten koste van andere patienten en die noemen we daarom geen patienten. Die noemen we geslaagd."