Arnon Grunberg
Trouw,
2020-01-12
2020-01-12, Trouw

Het leven is een redeloos, wreed spel


Rob Schouten

De Joodse psychiater Kadoke, die we kennen uit Arnon Grunbergs ‘Moedervlekken’, is een rechtschapen mens, die ook bij anderen naar rechtvaardigheid streeft. Je zou hem onmenselijk ‘goed’ kunnen noemen. Toch gaat er veel mis in zijn leven en wat dat betreft hoor je schrijver Grunberg met de voor hem ­karakteristieke omkering van bestaande waarden op de achtergrond zeggen: deugd wordt niet beloond.

In ‘Moedervlekken’ redde Kadoke zijn suïcidale psychiatrisch patiënt Michette, die zichzelf verminkte en bleekwater dronk, door haar in huis op te nemen en voor zijn oude moeder (die trouwens eerst zijn vader was!) te laten zorgen. Een ongebruikelijke stap, waarvoor de psychiater in Grunbergs jongste roman ‘Bezette gebieden’ de rekening gepresenteerd krijgt. Michette begint een relatie met een schrijver die een roman over het geval schrijft, waaruit men zou kunnen concluderen dat Kadoke ­Michette misbruikt heeft – een #MeToo-gevalletje dus.

Al is het fictie en onwaar, het geeft toch genoeg aanleiding om Kadoke aan de schandpaal te nagelen en uit het register van psychiaters te schrappen. Weliswaar doet Kadoke er alles aan om deze onrechtvaardigheid te bestrijden, maar hij is het slachtoffer van een hetze die hij niet kan keren. Een tragisch geval dat door Grunberg, de schrijver zonder ideologie, zonder medelijden wordt beschreven, integendeel: hij oppert de mogelijkheid dat medeleven of empathie nergens toe leidt: “Zou het onverbloemd egoïsme de kern van het leven zijn? Wie wenst te voelen wat het leven is moet zich ontdoen van verantwoordelijkheden en verplichtingen. Al is het maar voor even. Leven alsof de ander niet meer is dan een decorstuk. Is dat echt zoveel eenzamer, zoveel slechter dan leven alsof de ander altijd en overal een moreel appèl op je kan doen waartegen je geen nee kunt zeggen?” Een typische ‘harde’ waarheid van Grunberg, waar je het makkelijk mee oneens kunt zijn maar die hij toch met grote kracht in je plant. Grunberg is geen schrijver van verfijnde emoties en overwegingen: hij schrijft altijd confronterend en, moet ik erbij zeggen, daardoor ook vaak hilarisch; zelfs de tragiek van zijn anti-held Kadoke heeft iets bitter-grappigs. Wat dat betreft doet Grunberg sterk aan Franz Kafka denken.

Het leven is een wreed spel waaraan je mee moet doen

Op zekere dag komt er een ver familielid uit Israël bij Kadoke op bezoek, de fanatieke zioniste Anat, die de gevallen psychiater zover krijgt met zijn moeder, die inmiddels weer zijn vader is geworden (een mirakel dat Grunberg verder niet toelicht), naar Israël te verhuizen, naar een nederzetting in de bezette gebieden. Daar wachten Kadoke, de ongelovige Jood, nieuwe beproevingen, hij wordt namelijk voor een soort verlosser aangezien, een wonder, de man die Anat kinderen moet schenken.

Het leven en de entourage in zo’n Joodse ­nederzetting wordt door Grunberg genadeloos beschreven: men leeft er koosjer maar in de meest smerige omstandigheden, het fanatisme van de bewoners (onder wie Anats weerzinwekkende moeder) met hun redeloze vijandbeeld overtreft ieder menselijk begrip, Kadoke wordt tegelijkertijd vernederd en gekoeioneerd en op een voetstuk geplaatst, hij is een wonder dat het niet wil zijn. Maar hij is ook het slachtoffer van een cultuur die niet op liefde maar op voortplanting is gericht. Voordat hij met Anat trouwt, komt zijn schoonmoeder tijdens de voorhuwelijkse seks kijken of hij wel vruchtbaar is, ze schijnt zelfs met een zaklantaarn in het geslacht van haar dochter om zijn zaad te inspecteren. Het is een van de meest onthutsende seksscènes die ik ooit las, een proeve van Grunbergs vermogen om het leven, dat warme, sappige, emotionele leven, op z’n allertreurigst en cynisch te beschrijven.

Het leven, zegt hij, is een wreed spel waaraan je mee moet doen. Die opvatting maakt dat je bij de lectuur van zijn werk altijd op het puntje van je stoel zit, het lijkt of hij zijn lezers uitdaagt met onverkwikkelijke of onmogelijke scènes. Als Kadoke tijdens zijn bizarre huwelijk verliefd wordt op een ander, neemt het lot weer een vreemde wending, waar je als lezer ook ongemakkelijk onder wordt en die doet denken aan de verhulde moordscene in ‘Tirza’.

Wanhopige zoektocht naar rechtvaardigheid

Alhoewel er altijd een stevige kern van realisme in Grunbergs verhalen zit beschouw ik hem toch als iemand die ons moderne mythen voorschotelt. Zijn personages handelen en denken in opdracht van iemand, de schrijver natuurlijk, maar toch is er ook een onwrikbaar noodlot. Terwijl de redelijke Kadoke wanhopig blijft zoeken naar rechtvaardigheid, wordt de wereld meedogenloos geregeerd door redeloosheid en wreedheid. Het is vechten tegen de bierkaai. Een van de grote, eeuwige gevechten die Grunberg steeds weer uitbeeldt is die van het individu tegen het collectief, in het groot maar vooral ook in het klein.

Hier een voorbeeld als Kadoke in de nederzetting aankomt:

“‘Dit hebben wij van de grond af aan opgebouwd’, verklaart Anat. Kadoke wordt gek van dat ‘wij’ – kan zijn geliefde niet ook eens gewoon ‘ik’ zeggen? Zo moeilijk is dat toch niet? Alleen maar wij, wij, wij. Hij is niet voor de liefde van een heel volk gekomen, hij heeft voor háár liefde alles achtergelaten wat hij had, al was het meeste dat hij achterliet al vernietigd was, dat moet hij toegeven.”

Kadoke moet voor wonder spelen, maar hij is een niet erg coöperatief mirakel. Toch is het uiteindelijk het lot van de mens om zijn tegenzin opzij te zetten en mee te doen, in dit boek waar en passant de religieuze Joden maar ook een club als ‘Christenen voor Israël’ een flinke veeg uit Grunbergs pan krijgen. En wat je daar ook van vindt, Grunberg lezen blijft een ongemeen spannende belevenis.