Arnon Grunberg
de Volkskrant,
2016-06-20
2016-06-20, de Volkskrant

Grunbergs The Future of Sex is ongemeen boeiend


Hein Janssen

Voorspel

Met Xaviera Hollander bij de première van The Future of Sex op rij 2 en Arnon Grunberg op het podium weet je eigenlijk al waarover het vanavond zal gaan: over seks en alles wat daarbij komt kijken. Happy Hooker Hollander, koningin van de ongebreidelde seksuele vrijheid, en Grunberg, behalve schrijver ook Seksrabbijn des Vaderlands (elke woensdag in deze krant) zijn allebei gefascineerd door het hoe en waarom van seks. In de lust, of het gebrek daaraan, het ongemak, de schaamte, het verlangen, het zoeken naar bevrediging en de rol van de fantasie daarin.

Grunberg maakte met theatercollectief Wunderbaum de voorstelling The Future of Sex. Samen hadden ze een whatsappgroepje, ze wisselden ideeën en oefeningen uit, sloegen aan het improviseren, Grunberg schreef gaandeweg de teksten en Johan Simons deed de eindregie. The Future of Sex is geen kant-en-klaar toneelstuk, maar een verzameling scènes in een hecht raamwerk. Uitgangpunt is de premisse dat de moderne mens te druk, te gestrest en te snel afgeleid is om nog tijd te hebben voor intimiteit. We liggen in bed naast onze partners en kijken ieder apart naar een eigen tv-serie op laptop of pielen nog wat met de smartphone. Geen seks = geen voortplanting = het einde van de mensheid.

Spel

De voorstelling begint meteen al fascinerend met een vraaggesprek tussen actrice Maartje Remmers en Grunberg, die als een orakel midden op het podium in een soort open ruimteschip zit. Zij vraagt hem van alles en nog wat: of hij van baby's en broccoli houdt, wat beter is: een grote pik of een smal kutje ('moeilijke vraag'), of hij een goed mens is ('nee'), of hij een flirt is ('ja, flirten is een belangrijk onderdeel van het leven'), wat hij aan heeft in bed en wat een lastig moment voor hem was ('afscheid nemen van mijn dode moeder'). Op de vraag wat seks voor hem betekent, luidt het antwoord: het overwinnen van angst.

Daarover gaat het in de scènes die volgen en waarin allerlei types op allerlei manieren die angsten proberen te overwinnen. Een eenzame vrouw vertelt over haar ervaringen met mannen achter een laptop, een ander heeft haar heil gezocht bij Henry, een mannenrobot met een continue erectie, omdat echte mannen ruiken naar een openbaar toilet, een uitgeblust echtpaar ('wij deelden elkaars eenzaamheid') sjokt somber en mechanisch voort. Een sekswerkster bedient een man die een baby speelt en samen eten ze zijn poepluier leeg. Die laatste scène doet denken aan Wat zien ik?, de verfilming van Albert Mols bestseller over het Amsterdamse hoerenleven. Op het gebied van seksuele rariteiten lijkt er dus niet bar veel veranderd. Wel eigentijds en tegelijk ongemakkelijk is de lik- en vingeract van twee vrouwen die amechtig tot een hoogtepunt proberen te komen (maar zoiets schijnt een klassieke mannenfantasie te zijn).

De robot keert terug in de gedaante van Bobby, een 11-jarig jongetje dat het vriendje is van de volwassen Koen, die nu eenmaal van jongens van 11 houdt. Samen lopen ze rondjes en fluisteren lieve woordjes. Deze scène over de juridische en morele kanten van een verboden liefde is een intiem en poëtisch traktaat. Enigszins gratuit is helaas de rol van de Afghaanse vluchteling die in de toekomst voor onze hoognodige voortplanting moet zorgen; zijn viriliteit tegenover onze lusteloosheid en impotentie.

Naspel

Tussen de sexy Remmers en de schrijver is intussen iets broeierigs ontstaan. De seksrabbijn stuitert van geilheid ('ik zou mezelf wel willen pijpen, maar heb er geen tijd voor') bijna zijn spoetnik uit, maar de handdruk daarna is bijna ontroerend liefdevol. Aan het eind komen alle acteurs samen en volgt een bezwerende litanie over de toekomst van seks, die er niet is. Met z'n allen zijn wij 'de sletten van de toekomst'; wij staan aan de afgrond en zijn gedoemd uit te sterven en vervangen te worden door robots of vluchtelingen.

Dat de voorstelling de volle twee uur ongemeen boeiend is, komt mede door de kwaliteit van de vier acteurs: Maartje Remmers, Marleen Scholten, Walter Bart en Matijs Jansen. Grunberg laveert als zichzelf fraai tussen authentiek en een tikkeltje koket, en dat is in een productie als deze zeer op z'n plaats. De hand van regisseur Simons is zichtbaar in de strakke opeenvolging van scènes, de herhalingen daarin, de tegenkleuring en het inzetten van muziek. Simon Lenski (cello, toetsen) en het Theaterkoor Dario Fo stellen tegen het profane getob hun soms harde en dan weer wonderschone klanken. Voor een Nederlandse theaterproductie met dit onderwerp zit er bovendien goddank weinig bloot in, op een paar pronte billen na.

The Future of Sex is somber en soms ook cynisch bekentenistheater, maar nergens dogmatisch. Het open karakter ervan laat gelukkig ruimte voor een andere kijk op liefde, seks en intimiteit - 'of er van je gehouden wordt is leeftijdloos'. Is seks doodsdrift of levensdrift? 'Allebei', antwoordt Grunberg en daar kon hij weleens gelijk in hebben.