Arnon Grunberg
Knack Focus,
2017-06-07
2017-06-07, Knack Focus

Josse De Pauw en Arnon Grunberg zijn elkaars marionet in 'De Mensheid'


Els Van Steenberghe

Josse De Pauw ensceneert bij Lod Muziektheater Arnon Grunbergs novelle De mensheid zij geprezen: lof der zotheid (2001). Dat klinkt nogal gewoontjes. Het tegendeel is waar. De Pauw excelleert al speechend, gromt tegen Grunberg en smelt bij de livemuziek. Helemaal mens in De Mensheid, die De Pauw.

In een zin: Zonder de kunsten redt de mensheid het niet: dat bewijzen Josse De Pauw en Arnon Grunberg al speechend, roeiend én crashend op de scène. Bevreemdend en ontwapenend mooi.
Hoogtepunt: De speechmomenten waarop De Pauws spreekritme zich verstrengelt met het zangritme van McFadden zonder aan helderheid of verstaanbaarheid in te boeten. Plus, een scène uit het deels geïmproviseerde slotgesprek Grunberg bekijkt De Pauw. 'Moet je die buik nou eens zien! Als iedereen zo een buik zou hebben, dan... ' En dan volgt er een vergelijking die te hilarisch is om ze hier prijs te geven. De Pauw kon zichzelf net bedwingen om niet te schuddebuiken van het lachen... Quote: 'Daarom leeft de mens in angst. Angst dat zijn schoonheid niet groot genoeg zal zijn, angst dat zijn diepzinnigheid niet als wijsheid zal worden erkend, angst dat zijn zelfgebakken koekjes niet zullen smaken. De mens leeft niet in de vreze Gods, hij vreest zijn medemens.'

Josse De Pauw een lammetje noemen dat lieflijk lachend over de scène huppelt, is er wat over. En toch, toch toont De Pauw in De Mensheid uiteindelijk zijn zachte kant. Uiteindelijk.
Laten we beginnen bij het begin, waarin De Pauw zich allesbehalve een doetje toont. Zoals hij door het leven beent - groot, stevig en met een doorborende blik die koppigheid en doortastenheid verraadt -, wandelt hij ook de scène op, gehuld in een hoog dichtgeknoopt donkerblauw jasje.

Terwijl Josse De Pauw verder excelleert al speechend en daarbij het ritme volgt van de twee improviserende muzikanten, roeit Arnon Grunberg rustig verder.

Die scène - gedomineerd door een impressionant houten toneelkader dat als achterwand fungeert - zindert intussen volop dankzij de zoetgevooisde stem van sopraan Claron McFadden. Zij opent het stuk met Henry Purcells bloedmooie en onbeschaamd romantische lied Sweet Roses. Al zingend kuiert ze langs een klein spreekgestoelte, een roeimachine en de buffetpiano van Kris Defoort. Alle decorelementen zijn van blank hout. Dat geeft de scène de perfecte, serene uitstraling die een plek waar recht wordt gesproken nodig heeft. Terwijl McFadden zingt, komt De Pauw op. Hij blijft in het midden van het houten toneelkader staan, staart haar aan met een blik die zwalpt tussen ontzag en verdriet. En hij wacht.
Na het lied start hij als advocaat van de mens een indrukwekkende verdediging van 'De Mensheid'. Zijn pleidooi is Grunbergs De mensheid zij geprezen: lof der zotheid, een loepzuivere en met vaart geschreven tekst die sierlijk balanceert tussen cynisme en lofrede. Het boek werd in 2002 bekroond met De Gouden Uil. Marc Schaevers bewerkte de tekst met verve tot een theatermonoloog. Het resultaat? Zowat elke zin zou je willen opschrijven. Want helder, scherp, rakend, dubbelzinnig tot cynisch of gewoon grappig.
Wanneer Grunberg in levende lijve opduikt, gaat hij in de roeimachine zitten. Terwijl De Pauw verder speecht en majestueus surft op het ritme van de muziek (lees: de met Purcells oeuvre stoeiende topmuzikanten), vertolkt Grunberg de immer voortploeterende mens. Al roeiend met de riemen die hij heeft, op verzoek van regisseur Josse De Pauw.

Tegelijkertijd is hij, als auteur van de tekst, ook De Pauws regisseur. Wie is nu de echte regisseur en wie is de acteur? Wie is hier de poppenspeler en wie de marionet? Grunbergs dubbelzinnige lofrede op de mensheid wordt zo slim vertaald naar een dubbelzinnig spel tussen auteur en acteur.

De muzikanten zijn inmiddels weggestuurd en worden hard gemist. Zonder muziek redden de twee het niet. Zonder kunstenaars in groten doen redt de mensheid het niet.

Dat spel zetten de twee ook na de verdediging verder. Terwijl ze 'het verdict' afwachten, zet het duo - na het excelleren als acteur en auteur in het eerste deel - hun zwaktes te kijk in een amusant, pijnlijk eerlijk en deels geïmproviseerd gesprek. Grunberg ijsbeert orerend over de scène, De Pauw zit ineengedoken in een hoekje, mompelend. Ze ontmaskeren elkaar als feilbare mens. Ongenadig, ontwapenend.
De muzikanten zijn inmiddels weggestuurd en worden hard gemist. Zonder muziek redden de twee het niet. Zonder kunstenaars in grote doen redt de mensheid het niet. De allerlaatste blik van De Pauw - net voor de spots doven - is die van de gekrenkte koppigaard: pakkend wanhopig en zacht.