Arnon Grunberg
NRC,
2022-09-22
2022-09-22, NRC

‘Hierheen naar het gas, dames en heren’ is woedende literatuur die je dwingt tot lezen


Eva Peek

In het verhaal Hierheen naar het gas, dames en heren komt een transport Joden uit Sosnowiec-Bedzin aan in Auschwitz. Leden van het commando Kanada jagen hen de wagon uit. Terwijl het selectieproces voor de gaskamers in volle gang is, probeert een vrouw ongemerkt weg te lopen van haar jonge kind. Dat rent haar huilend achterna. ‘Het is niet van mij!’ gilt de vrouw hysterisch, en ze vlucht, haar gezicht met haar handen bedekkend. Ze wil zich verbergen, ze wil bij degenen zien te komen die niet met de wagen gaan, die gaan lopen, die zullen leven. Ze is jong, gezond, mooi, ze wil leven. Maar het kind rent achter haar aan en klaagt luidkeels: ‘Mama, mama, loop niet weg!’ Moeder en kind worden met grof geweld op de wagen naar de gaskamer gesmeten. De verteller, onderdeel van het commando, neemt een slok wodka en wordt onpasselijk.

Het is een van de beroemdste, bitterste scènes uit het hele werk van de Poolse Tadeusz Borowski (1922-1951). Voor de oorlog was hij een dichter, en tussen ’43 en ’45 gevangene van Auschwitz en Dachau. Het feit dat hij niet Joods was gaf hem een relatief bevoorrechte positie in het kamp, wat bijdroeg aan zijn overlevingskansen. Toen hij na de oorlog terugkeerde naar Polen, raakte hij eerst bevangen door het communisme en later gedesillusioneerd. Hij pleegde zelfmoord in 1951, daags na de geboorte van zijn dochtertje.

Lees verder op NRC.nl