Arnon Grunberg
Literair Nederland,
2022-10-09
2022-10-09, Literair Nederland

De hel van Tadeusz Borowski


Kees Bakhuijzen

De lezer die dacht dat hij na schrijvers als Primo Levi, Imre Kertesz en Curzio Malaparte de meest gruwelijke Holocaust literatuur wel onder ogen zou hebben gehad, heeft niet gerekend op Tadeusz Borowski’s Hierheen naar het gas, dames en heren. Een titel zo wrang en cynisch dat je als lezer direct aanvoelt welke gruwelen je kunt verwachten. Borowski beschrijft in zijn verhalen de hel. Erger nog, hij beschrijft een hel waarvan we ons zelfs met onze kennis omtrent de meest duistere aspecten van de geschiedenis van de 20e eeuw geen voorstelling kunnen maken. Het resultaat is zowel trefzeker als ontstellend.

In het – net zoals vrijwel alles uit deze bundel, autobiografische – titelverhaal vertelt de ik-persoon hoe hij samen met een groep medegevangenen verantwoordelijk is voor het leeghalen en schoonmaken van de wagons nadat er een nieuwe groep Joden in Auschwitz is aangekomen. ‘De grendels knarsen, de wagons worden geopend. Een golf frisse lucht dringt naar binnen en slaat de mensen als mijngas tegemoet. Dicht op elkaar geperst, geplet door een enorme hoeveelheid bagage, koffers, koffertjes, rugzakken, bundels van alle soorten en maten (…) zitten ze in vreselijke krapte; ze vallen flauw van de hitte, stikken en laten anderen stikken. Nu verdringen ze zich bij de open deur, hijgend als vissen op het zand.’ Nadat alle overlevenden van de reis zijn uitgestapt en naar de plek zijn gevoerd waar de selectie zal plaatsvinden, moet de groep de wagons legen. ‘We springen naar binnen. In de hoeken tussen de menselijke uitwerpselen en verloren horloges slingeren gestikte, vertrapte baby’s rond, naakte monstertjes met enorme hoofden en uitpuilende buiken. We dragen ze naar buiten als kippen, een paar tegelijk in elke hand.’

Lees verder op LiterairNederland.nl