Arnon Grunberg
Cutting Edge,
2012-01-02
2012-01-02, Cutting Edge

‘Het eenzame hartenbureau’ voor nihilisten


Geert Schuermans

Enkele weken geleden vertelde Arnon Grunberg in ‘Gesprek op 2’, het interviewprogramma van de immer charmante Paul Rosenmöller, dat hij zich in 2012 wil laten opnemen in een psychiatrische inrichting. Niet dat Grunberg een acuut psychologisch probleem heeft, maar hij wil weten wat de dokters zullen vinden als ze hem onderzoeken en welke behandeling hij dan zal moeten ondergaan. Ondertussen geeft hij in ‘De mensendokter’ zelf advies aan mensen met allerhande problemen.

‘De mensendokter’ is de bundeling van Grunbergs gelijknamige column die sinds 2008 in Vrij Nederland verschijnt. In deze rubriek laat hij zijn licht schijnen op vragen van lezers. De mensendokter geeft kledingadvies en leestips, maar veel vaker moet hij moeilijkere kwesties tackelen. Zo willen sommigen van hem weten of de vrije wil bestaat en wat de zin van het leven is. Volgens Grunberg zijn alle vragen waarop hij antwoord biedt door echte lezers gesteld. Een lezeres die hem daarnaar vraagt krijgt als antwoord: ‘Ik bedenk nooit vragen zelf. Ook uw vraag heb ik niet zelf bedacht.’.

De adviezen over de liefde die Grunberg in ‘De mensendokter’ geeft, zijn alvast geen verrassing voor de lezers van zijn romans. Net als in ‘Huid en haar’ ziet Grunberg Amor toch vooral als een handelsvertegenwoordiger die een economische deal tussen mensen op poten zet. Een vrouw die vraagt of ze vreemd moet gaan, krijgt als antwoord: ‘ik raad u aan om dit probleem economisch te bekijken. Hoe groot is de kans dat uw man erachter komt en welke straf zou hij u opleggen? Vermenigvuldig pakkans met straf, trek uw genot eraf en neem een beslissing.’

Edwin Ysebaert kan hier een puntje aan zuigen. ‘De mensendokter’ is ‘Het eenzame hartenbureau’ voor nihilisten. De adviezen die verstrekt worden zijn net iets harder dan de halfzachte goede raad uit de zelfhulprubrieken in populaire media waar dit een pastiche op is. Grunberg staat wel op hoffelijkheid omdat het de omgang tussen mensen drastisch vergemakkelijkt. Dat wil natuurlijk wel zeggen dat eerlijkheid overschat is. ‘Als wij geraffineerder liegen, lijken wij moreler en zíjn wij het waarschijnlijk ook, omdat wij onze naasten pijn en een schandaal besparen’, argumenteerde hij begin november in de opiniepagina’s van De Morgen. In ‘De mensendokter’ trekt hij die logica resoluut door. Als lezer blijf je wel zitten met de vraag of dit wel ernst is, want ‘ironie is op haar best als de mogelijkheid bestaat dat er geen sprake is van ironie’. Of je ‘De mensendokter’ moet openslaan voor praktisch advies is dus maar de vraag.

‘De mensendokter’ is niet de langverwachte nieuwe Grunberg. Daarvoor blijft het wachten op zijn volgende roman. Maar het boek is wel Grunberg grand cru. Net als in zijn beste werk verwoordt hij zijn schijnbaar koude maatschappijvisie zo dat je je er als lezer ongemakkelijk bij voelt. Dat komt omdat de adviezen van ‘De mensendokter’ nooit zo vrijblijvend zijn als ze op het eerste zicht lijken. Als je eerlijk bent, moet je toegeven dat er minstens een grond van waarheid in zit. Bovendien staat op elke pagina wel een zin die je van buiten wil leren. Onze favoriet was het antwoord op een lezer die stemadvies wil. ‘Stem nooit op een man of vrouw die u geen tongzoen zou willen geven.’ Misschien raken we zo toch nog van die Bart De Wever af.