Arnon Grunberg
Spunk,
2006-10-02
2006-10-02, Spunk

Arnon Grunberg - Tirza


Oscar Kocken

Nu er inmiddels twaalf jaren verstreken zijn sinds Arnon Grunberg debuteerde met Blauwe maandagen, klinkt steeds luider de roep om een nieuwe schrijver van zijn kaliber. Niet dat men is uitgekeken op deze man, maar omdat men nu eenmaal om de zoveel tijd nieuw bloed wil. Zo komt het dat onder het mom van ‘de nieuwe Grunberg’ armetierige debutantjes de boekhandel in worden geslingerd met hun kansloze pogingen om de Grunbergiaanse stijl te imiteren, vaak met als gevolg dat zij in een laconieke toon nietszeggend filosofisch beginnen te doen. Onnodig. Het mooie van Grunberg is namelijk dat hij gewoon zelf zijn lezers van nieuw bloed voorziet. Soms onder een pseudoniem, maar vaker door zichzelf opnieuw uit te vinden. Zijn meest recente roman Tirza is daarvan een ultiem voorbeeld. In de beschrijving van het tragische leven van hoofdpersoon Jörgen Hofmeester valt uiteraard de handtekening van de schrijver te lezen: de onafwendbaarheid van het noodlot, de machteloosheid, de vertwijfeling, de onmogelijkheid van echte liefde, het verlies van passie, en dit alles wordt als vanouds verteld in een onderkoelde, maar even zo cynische toon. Toch is dit het eerste verhaal van Grunberg dat bijna zonder tussenkomst van een schrijver op papier lijkt te zijn gekomen. De verteller is minder dominant, minder dwingend en lijkt hooguit te noteren wat er gebeurt, zonder in te grijpen of al te lang stil te staan bij gedachtes van de schrijver zelf. Tirza overstijgt hiermee zonder enig voorbehoud al zijn eerdere werk. Er is geen twijfel over mogelijk: de enige ‘nieuwe Grunberg’ is Arnon zelf.