Arnon Grunberg
Elsevier,
2006-09-23
2006-09-23, Elsevier

Vader en dochter


Thomas van den Bergh

Na een trektocht langs Duitse en Zwitserse hotels en pensions van een kleptomaan dienstmeisje en haar 'vriendelijke wilde' zoon (Gstaad '95-'98), een vrouw die een zwijgzame asielzoeker in huis neemt, waarna haar man een aanslag pleegt op een bordeel (De asielzoeker), en een liefdesrelatie tussen een goj en een jood, en een Egyptische shoarmaboer die bijklust als drugshandelaar (De joodse messias), keert Arnon Grunberg met zijn nieuwste roman terug op vertrouwder terrein. Het decor van het grootste deel van Tirza is de Van Eeghenstraat in het welgestelde Amsterdam-Zuid, waar ook zijn debuutroman Blauwe maandagen speelde.

Ook de hoofdpersonen passen perfect in dit cultureel-correcte plaatje: Jorgen Hofmeester is redacteur bij een literaire uitgeverij, zijn vrouw doet iets met beeldende kunst, jongste dochter Tirza gaat naar het Vossius-gymnasium en is hoogbegaafd. Nee: 'hoog-hoogbegaafd'.

Maar het duurt niet lang voor de typische Grunberg -gekte het geschetste ideaalbeeld begint te vertroebelen. Oudste dochter Ibi legt het aan met de bovenbuurman, Tirza ontwikkelt een eetstoornis en moeder trekt in bij haar minnaar op een woonboot. En vader Jorgen? Jorgen lijkt zijn bestemming te vinden in de zorg voor Tirza, zijn 'zonnekoningin'. Sluipenderwijs beseft de lezer echter dat het eerder Tirza is die haar maffe vader op de been houdt, dan andersom. Hofmeester is een wereldvreemde, dwangmatige drammer met fascistische trekjes ('hij haatte de zwakte') - een romanheld zoals Grunberg ze vaker heeft geschapen. De door alle stoere-mannentaal heen schemerende onzekerheid, angst en wanhoop geven dit soort types een tragische onderkleur.

Bij aanvang van de roman keert 'de echtgenote' - die overigens naamloos blijft - volkomen onaangekondigd terug naar huis. Pantoffelheld Jorgen verzet zich niet en beiden hervatten hun _sinistere 'spelletjes'. Hierin doen ze denken aan het ruziende koppel Martha & George uit Edward Albees Who's Afraid of Virginia Woolf? Grunberg heeft altijd een goed gevoel gehad voor het schetsen van genante situaties. Zo ook hier. Wat is er pijnlijker dan dronken ouders die zich misdragen op het eindexamenfeest van hun dochter? En wat als vader je vriendje schoffeert, zoals Tirza overkomt als ze haar islamitische vriend Choukri voorstelt, door Hofmeester consequent 'Modammed Atta' genoemd? Veel scenes in deze roman lees je met van gene samengeknepen billen.

Op tweederde komt de roman tot een climax. Tirza wil met haar vriend naar Afrika, vader brengt ze weg naar het vliegveld. Onderweg overnachten ze in het familiebuiten in de Betuwe. Wat daar voorvalt, wordt pas duidelijk in het laatste hoofdstuk, als Jorgen door Namibie zwerft.Tirza is in zekere zin 'gewoner' dan de vorige, zeg, vier romans van Arnon Grunberg. De auteur zoekt het minder in extremen en meer in de suggestie. Waar hij vroeger het ene statement over het andere aforisme liet tuimelen, is er nu meer rust. Dat komt de roman als geheel ten goede. Een mooie revanche voor zijn goeddeels mislukte De joodse messias.